Er zijn drie soorten pest:
1) de builenpest: die kreeg je van de vlooienbeten. Na twee tot acht dagen werd je heel erg ziek. Na een paar dagen kreeg je builen, soms wel zo groot als een appel! Deze waren blauw, paars en soms ook zwart en waren heel pijnlijk. Soms barsten ze zelf over. Sommige mensen (ongeveer een kwart) overleefde deze soort pest. Hij was ook niet besmettelijk.
2) de longpest: deze was wel besmettelijk. Bij de longpest is de infectie in de longen terechtgekomen. Je kreeg het heel benauwd met veel slijm. Als je hoest vliegen er allemaal kleine slijmdruppeltjes in het rond. Daar zat de infectie in, waardoor het makkelijk was over te dragen. Als je longpest had, was je binnen een paar dagen vaak dood.
3) pestsepsis: Deze pest zat direct in je bloedbaan. Als je deze pest had, was je meestal binnen een dag dood, nog voor de builen konden ontstaan.