Les 4: orde houden

Les 4
Klassenmanagement
Orde houden

§ 2.4
OA Onderwijs als werkveld 
blz. 131 t/m 135
1 / 38
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 4
Klassenmanagement
Orde houden

§ 2.4
OA Onderwijs als werkveld 
blz. 131 t/m 135

Slide 1 - Slide

Lesdoelen Orde houden
Je leert:
  • wat orde houden inhoudt;
  • hoe je grensoverschrijdend gedrag aanpakt;
  • hoe je ordetips kunt gebruiken tijdens een activiteit.
  • hoe je uitstraalt dat je leiding hebt.

Slide 2 - Slide

Wat versta jij onder orde houden?

Slide 3 - Mind map

Orde houden
Orde houden is eigenlijk een kwestie van voorkomen dat er ordeproblemen ontstaan. De beste manier om dat voor elkaar te krijgen is het motiveren van leerlingen, maar hoe doe je dat?

Slide 4 - Slide

Ordetips
Lees de ordetips op de volgende pagina.
Welke ordetip spreekt je aan? En waarom?
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke ordetip spreekt je aan en waarom?

Slide 8 - Mind map

Wat versta je onder grensoverschrijdend gedrag?

Slide 9 - Mind map

2.4.1 Grensoverschrijdend gedrag
Dat is gedrag, waarbij ze over jouw grens of over de grens van een andere leerling gaan.

Slide 10 - Slide

Wat is het gevolg van grensoverschrijdend gedrag voor jou of anderen in de groep?
A
Een onprettig gevoel
B
Een onveilig gevoel
C
Het staat leren in de weg
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quiz

Aanpak grensoverschrijdend gedrag
Vraag: voor wie is het een probleem?
Is het gedrag een probleem voor jou of voor iemand uit de groep? 
Gebruik dan de ik-boodschap.

Slide 12 - Slide

Ik-boodschap
Benoem:
1. het gedrag waar je last van hebt;
2. het effect van het gedrag;
3. de gevoelens, die dat bij jou oproept.

Slide 13 - Slide

Gedrag van de onderwijsassistent
Het corrigeren van gedrag van een leerling vraagt veel van jou als oa.
Je zal uit moeten stralen dat je de leiding hebt.
Maar HOE?

Slide 14 - Slide

Hoe straal je uit dat je de leiding hebt?

Slide 15 - Mind map

Uitstralen dat je de leiding hebt
Dat kan op verschillende manieren:
* aankijken;
* de juiste zone kiezen;
* gezichtsuitdrukking gebruiken;
* lichaamshouding en gebaren;
* stemgebruik.

Slide 16 - Slide

Aankijken
Er zijn vier verschillende functies van aankijken, die je gebruikt in de groep:
1. Reguleren: Je kunt met je blik gerag van een leerling uitlokken of onderdrukken.
2. Monitoren: Je kunt zien of de leerling nog naar je luistert.
3. Cognitief: Je kunt zien of de leerling begrijpt  wat je aan het uitleggen bent.
4. Expressie: Je kunt aan het gezicht van een leerling zien of hij bij de les of leerstof betrokken is of niet.

Slide 17 - Slide

De juiste zone kiezen
Een zone geeft de afstand tussen jou en de leerlingen aan.
Je kunt de volgende afstanden gebruiken:
  • Intieme zone: tot 45 cm.
  • Persoonlijke zone: 4-120 cm.
  • Sociale zone: 1,5 - 4 meter.
  • Publieke zone: 4 meter of meer.

Slide 18 - Slide

Gezichtsuitdrukking gebruiken
Met je gezichtsuitdrukking laat je zien hoe je je voelt. Zo maak je contact met de leerling(en).

Aandachtspunten:
  • Je mag best laten zien hoe je je voelt.
  • Maak echt contact met de leerlingen
  • Laat zien dat je zin hebt in de les door te glimlachen.

Slide 19 - Slide

Lichaamshouding
Je gebruikt je lichaamshouding om te laten zien hoe je je voelt. Als je je op je gemakt voelt, heb je een open houding. 

Rust en omvang zijn daarbij belangrijk.
  • Rust: je neemt een ontspannen houding aan.
  • Omvang: Dit toon je door goed zichtbaar te zijn.

Slide 20 - Slide

Stemgebruik
Een leraar of oa'er is meer leidend als hij nadrukkelijk pratend aanwezig is. Je gebruikt je stem op verschillende manieren. Je let in de klas op je spreektempo, klankkleur (bv. warm, helder, sprankelend), pauzes en de klemtoon.


Slide 21 - Slide

Aandachtspunten stemgebruik
  • Neem jezelf op tijdens je lessen.
  • Gebruik je stem echt als een instrument om aan te geven wat er moet gaan gebeuren in de groep.
  • Pas op met hard stemgeluid.
  • Let op je stem!

Kijk even mee naar het volgende fragment.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Overlappen
Vaak stopt een les als je een leerling moet corrigeren, maar je kan ook met je gedrag een leerling corrigeren. Dat heet overlappen
Tijdens je uitleg doe je twee dingen tegelijk. Je gaat door met je uitleg en tegelijkertijd corrigeer je een leerling.

Slide 24 - Slide

Noem eens een voorbeeld van overlappen.

Slide 25 - Mind map

Als het goed is, weet je nu:
wat orde houden inhoudt, de twee soorten motivatie te benoemen en weet wat het betekent, hoe je de intrinsieke motivatie stimuleert, wat er onder voorbereiding verstaan wordt, hoe je grensoverschrijdend gedrag aanpak, hoe je ordetips kunt gebruiken tijdens een activiteit.

Ja, klopt
Een beetje wel
Totaal niet

Slide 26 - Poll

Noem eens een voorbeeld van een conflict.

Slide 27 - Mind map

2.4.3 Conflicthantering
Dat is gedrag, waarbij ze over jouw grens of over de grens van een andere leerling gaan.

Slide 28 - Slide

Tijdens je werk kun je in conflict komen met een leerling, bijvoorbeeld zie filmpje tot +/- 3 min.
Een conflict kan hoog oplopen en het is aan jou om de situatie weer tot rust 
te brengen.

Slide 29 - Slide

Conflicthanteringsstijlen
  • Doordrukken
  • Vermijden
  • Samenwerken
  • Toegeven
  • Een compromis sluiten 

Slide 30 - Slide

Doordrukken
Ik ben de baas in de klas, dus je luistert naar mij.
Conflict is snel voorbij, maar je relatie tussen jou en de leerling?

Slide 31 - Slide

Vermijden
Je loopt weg voor het conflict. Je gaat niet in gesprek met de leerling.
Slechte keuze, zowel jij als de leerling blijven achter met een vervelend gevoel.

Slide 32 - Slide

Samenwerken
Je kijkt zowel naar het belang van jezelf als dat van de ander.
Je bent geïnteresseerd in waarom de leerling op een bepaalde manier denkt en praat. Daar probeer je bij aan te sluiten.

Slide 33 - Slide

Toegeven
Je vindt de relatie belangrijk en daarom geef je de ander gelijk.
Handig?

Slide 34 - Slide

Een compromis sluiten
Je onderhandelt met de leerling en je kijkt of je allebei wat wilt inleveren.
Zo probeer je tot een situatie te komen, die voor iedereen wenselijk is.

Conclusie: Welke stijl de beste is, hangt van de situatie af.

Slide 35 - Slide

Aandachtspunten
  • Bij een conflict spelen altijd emoties.
  • Bedenk dat uitspraken vaak niet aan jou persoonlijk gericht zijn, maar op de situatie.
  • Je kunt bepaalde uitspraken van een leerling accepteren, maar accepteer niet alles.
  • Houd je hoofd koel.
  • Als je merkt dat je te veel meegesleurd wordt in het conflict en je niet meer rationeel kan denken, kap het gesprek af en kom er later op terug.
  • Bespreek het conflict altijd na, eventueel een paar dagen later.

Slide 36 - Slide

Wat zal hiermee bedoeld worden?

Slide 37 - Slide

Voor volgende week
Lees: p. 131 t/m 135 in Oa Onderwijs als werkveld

Slide 38 - Slide