H10.1 Ioniserende straling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Hoofdstuk 10 Paragraaf 1

Ioniserende straling

Alle straling is ioniserend.

1. Waar
2. Niet waar

Energie van een foton. (Herhaling H9)

Een foton bezit energie.

E=h⋅f

E: Energie (J)

h: Constante van Planck = 6,626*10^-34 Js

f: Frequentie (Hz)

3 (of 4) soorten staling

α-straling: 

• Bestaat uit helium Kernen
• Hoog ioniserend vermogen
• Laag doordringend vermogen. 

β-straling:

• Bestaat uit elektronen
• Gemiddeld ioniserend vermogen
• Gemiddeld doordringend vermogen

3 (of 4) soorten starling

γ-straling (en röntgen):

• Elektromagnetische straling
• Laag ioniserend vermogen
• Hoog doordringend vermogen

Uv-straling:

• Vergelijkbaar met Gamma 
• Hele lage fotonenergie (E < 10 eV)
• Slechts een ionisatie per foton

Alle vormen van straling zijn even gevaarlijk.

1. Waar
2. Niet waar

Leg uit waarom alfastraling een laag doordringend vermogen heeft.

Stralingsdosis

Ioniserende straling geeft energie af in een stof. 

Stralingsdosis is de hoeveelheid energie die afgegeven wordt.

De eenheid is Gray.  

D=​m​​E​​

D: Stralingsdosis (Gy)

E: Geabsorbeerde energie (J)

m: Massa (kg)

Druk de eenheid voor stralingsdosis uit in SI-eenheden.

Oefenen

Tijdens het maken van een röntgenfoto wordt een hand (m = 0,8 kg) gedurende 1,4 s bestraalt met een vermogen van 800 W. 

Slechts 3 % van de straling wordt geabsorbeerd door de hand. 

Bereken de stralingsdosis.

Antwoord

Oefenen

Info uit vorige vraag: P = 800 W, t = 1,4 s

De fotonen hebben een golflengte van 15 nm. 

Bereken met hoeveel fotonen de hand bestraald is. 

Antwoord

Oefenen

Maak opgave 2 en 3.