Opsomming

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg uit wat een feit is

Slide 2 - Open question

Bas vindt het hoge flatgebouw prachtig.
A
Feit
B
Mening

Slide 3 - Quiz

Signaalwoorden

Slide 4 - Slide

Jan gaat binnenkort werken. Hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi. Er breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. De ex-student zal zijn studievrienden minder zien. Er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 5 - Slide

Jan gaat binnenkort werken want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. Kortom, er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 6 - Slide

Signaalwoorden
Woorden die het verband laten zien tussen woorden, zinnen of alinea's

Verbindingswoord

Slide 7 - Slide

Opsomming
Zaken worden achter elkaar genoemd

Bijbehorende signaalwoorden:
Bovendien, verder, ten eerste, ook, en, tot slot, daarnaast

Slide 8 - Slide

Voorbeeldzin
Ten eerste vind ik dit boek super spannend. Verder zou ik graag meer boeken van dezelfde schrijver willen lezen.

Slide 9 - Slide

Wat is het signaalwoord voor opsomming in de volgende zin:
Merel is gek op sporten. Verder houdt zij van winkelen.
A
gek
B
Merel
C
Verder
D
houdt

Slide 10 - Quiz

Wat is het signaalwoord voor opsomming in de volgende zin:
Merel deelde snoepjes uit aan een meisje en een jongen.
A
deelde
B
aan
C
een
D
en

Slide 11 - Quiz

Wat is het signaalwoord van de opsomming?

Ik hou erg veel van patat en pannenkoeken.
A
patat
B
veel
C
en
D
pannenkoeken

Slide 12 - Quiz

Wat is het signaalwoord van de opsomming?
De reis duurde erg lang. Daarnaast was het te warm.
A
erg
B
daarnaast
C
reis
D
warm

Slide 13 - Quiz