Media 2.3 + 2.4

• Maatschappijleer
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Media 2.3 + 2.4

Deze les

1. Terugblik vorige les 

2. Paragraaf 2.3 

3. Paragraaf 2.4 

4. Werken in het boek 

Welke begrippen hadden we vorige les ook al weer?

Medium 

Massamedia 

Communicatie 

Massacommunicatie 

2.3 Wat is nieuws? 

* Actueel 

* Bijzonder 

* Belangrijke of bekende personen

* interessant voor een bepaalde doelgroep

* Samenleving 

Kies het begrip:
De vrijheid van journalisten om ongehinderd berichten te kunnen publiceren

1. Persvrijheid
2. Vrijheid van meningsuiting
3. Censuur
4. Hoor en wederhoor

Grenzen

Vrijheid van meningsuiting kent ook grenzen:

- zomaar beledigen of discrimineren 

- Haatzaaien 

- Oproepen tot geweld 

- Opzettelijk liegen

Censuur

De overheid bepaalt wat de media wel en niet mag zeggen. 

- Voorkomen van kritiek op beleid 

- Mooier te maken dan het is

Als je objectief bent geef je aan hoe iets werkelijk zit

1. Waar
2. Niet waar

Een feit is objectief. 

Als je subjectief bent geef je je mening over iets

1. Waar
2. Niet waar

Je mening is subjectief 

Betrouwbaarheid nieuws

Hoor en wederhoor: Journalisten laten bij een kwestie alle partijen hun mening geven

Nieuwsbron: Waar halen journalisten hun informatie vandaan (bijvoorbeeld: de brandweer zei dat het vuurtje aangestoken was)

2.4 Invloed van de media

Beeldvorming: door de informatie die je krijgt, vorm je steeds een beeld van iets, iemand of een situatie. 

Selectieve waarneming

Je kiest bewust en onbewust wat je wilt zien en wilt horen. 

Journalisten hebben hun eigen normen, waarden en kijk op de wereld. Dit is van invloed op hun nieuwskeuze en andersom wat de lezer wil zien of horen. 

Framing: informatie wordt door de media bewust op een positieve of juist negatieve manier behandeld. 

Ontvangers gaan hierdoor op een bepaalde manier naar deze info kijken.

Politiek zet herhaling van woorden bewust in om mensen dit te laten herhalen.  

Kies het juiste begrip:
Informatie die niet klopt en waarvan de maker ook weet dat het niet klopt

1. Desinformatie
2. Censuur
3. Media
4. Persvrijheid

Om ontvangers te beïnvloeden of te verwarren. Bijvoorbeeld om geld te verdienen of de maker wil aandacht 

-> Fake news 

Ontvanger sdie deinformatie naar anderen doorsteren, weten vaak niet dat de informatie verzonnen is. 

Wat is een voorbeeld van desinformatie?

1. Nepnieuws
2. Objectief nieuws
3. Reclame
4. NOS journaal

Wat is manipuleren? 

Opzettelijk feiten weglaten of zelfs veranderen. 

Voorbeeld: AI, complottheorieën, gaslighting. 

Synoniem: Beïnvloeden, misleiden, bedriegen

Werken in het boek