Les 1 - Deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom in VO1

In het voortgezet onderwijs staan teksten centraal. 

Vanuit teksten leren we:

lezen

schrijven

spreken

luisteren 

woordenschat

taalverzorging

tekstdoelen en tekstsoorten

Een tekst wordt niet zomaar geschreven. Een schrijver heeft altijd een doel voor ogen. Maar welk doel? Hoe je achter het doel van een tekst komt, ga je vandaag leren. Ook leer je wat tekstsoorten hier mee te maken hebben.

Om een doel te bereiken ga je altijd op zoek naar het beste middel...... de meest passende tekstsoort.

'Een broek voor iedereen'

informatieve tekst:

- tekstdoel

- structuur tekst

- opbouw tekst

informatie:

- passend bij het onderwerp

- in goede zinnen

woorden voor kledingstukken

?

?

?

?

?

?

bloes

spijkerjasje

T-shirt

jurk

spijkerbroek

korte broek

Praten over kleding...........

1. Welke kledingstukken draag jij vandaag?
2. Welke kledingstukken draag jij nooit?
3. Welke kledingstukken draag jij het liefst? 

werkvorm: draai en praat

2-tallen - geef 3 minuten - na 1,5 minuut van rol wisselen

Structuur van de tekst = de opbouw

Welke zin klopt?

1. De titel staat boven de tekst.
2. De titel staat onder de tekst.

Welke zin klopt?

1. De inleiding is cursief (schuin) gedrukt.
2. De inleiding is vet gedrukt.

Welke zin klopt?

1. De inleiding is de eerste alinea van de tekst.
2. De inleiding is de tweede alinea van de tekst.

Welke zin klopt?

1. Het eerste kopje staat op regel 5.
2. Het eerste kopje staat op regel 10.

Welke zin klopt?

1. De tekst heeft twee kopjes.
2. De tekst heeft drie kopjes.

Welke zin klopt?

1. Het slot staat aan het begin van de tekst.
2. Het slot staat aan het eind van de tekst.

Welke zin klopt?

1. De bron staat boven de tekst.
2. De bron staat onder de tekst.

Kijk eerst naar de opbouw van de tekst.

Vragen: 

1. Wat is de titel?
2. Hoeveel regels heeft de inleiding?
3. Welk kopje staat boven de tweede alinea?
4. Wat zie je op het plaatje?

vragen mondeling bespreken - kan ook draai en praat

Lees de inleiding

Welke twee vragen worden in de inleiding gesteld?

Sinds wanneer bestaat de spijkerbroek?

En Waarom noemen we deze broek een spijkerbroek?

Lees de rest van de tekst.

In welke alinea lees je wie Levi Strauss was?

1. de inleiding
2. alinea 2
3. alinea 3

In welke alinea lees je hoeveel spijkerbroeken Nederlanders kopen?

1. de inleiding
2. alinea 2
3. alinea 3

In welke alinea lees je over het goede idee van de kleermaker?

1. de inleiding
2. alinea 2
3. alinea 3

Kan jij de synoniemen vinden?

klik hier

Hoeveel synoniemen had je gevonden?

0100

Kan jij de tegenstellingen vinden?

klik hier

Hoeveel tegenstellingen had je gevonden?

0100

omschrijvingen

Lees de tekst nog een keer.

Zoek de juiste omschrijving van de woorden.

klik hier

vragen mondeling bespreken - kan ook draai en praat

Hoeveel mensen wonen in Nederland?

1. 15 miljoen
2. meer dan 15 miljoen
3. minder dan 15 miljoen

Wat is het antwoord op de eerste vraag uit de inleiding?

(Sinds wanneer bestaat de spijkerbroek?)

1. sinds 1847
2. sinds 1872
3. sinds 1891

Wat is het antwoord op de tweede vraag uit de inleiding?

(Waarom noemen we deze broek een spijkerbroek?)

1. omdat de broek voor goudzoekers werd gemaakt.
2. omdat de kleermaker deze naam heeft bedacht.
3. omdat de zakken met spijkers vast werden gemaakt aan de broek.

Wat betekent de zin:

Samen met Levi Strauss kocht hij het patent op dit idee. (r. 18)

1. De kleermaker en Levi Strauss kochten het recht dat alleen zij broeken met spijkers mochten produceren.
2. De kleermaker en Levi Strauss kochten sterke stof voor de spijkerbroeken.
3. De kleermaker en Levi Strauss verkochten de spijkerbroeken aan goudzoekers.

Tot welk jaar konden Levi Strauss en de kleermaker als enige mensen in de wereld geld verdienen aan de spijkerbroeken?

1. Dat staat niet in de tekst.
2. tot 1872
3. tot in 1891

Wat is het doel van deze tekst?

informeren

Welke tekstsoort heeft de schrijver gebruikt om dit doel te halen?

informatieve tekst

Heeft de schrijver zijn doel bereikt?

😒🙁😐🙂😃