H1 breuken

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

Breuken

Wat is een breuk?

Wat is een breuk?

Wat is een breuk?

De teller verteld je hoeveel delen je moet nemen.

De breukstreep is een andere schrijfwijze voor 'gedeeld door'.

De noemer zegt in hoeveel gelijke delen het geheel verdeeld is.

Wat is een breuk?

1. Iets wat gebroken is.
2. Dat is een deel van iets (deel van een geheel).
3. Iets om te eten.
4. Dat bestaat niet.

Hoe noemen we het bovenste getal van de breuk?

1. Noemer
2. Teller

Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?

1. Noemer
2. Teller

Welke breuk is dit?

1. 7/8
2. 1/8
3. 1/7
4. 7/7

Hoeveel eet het blauwe mannetje?

1. 1 deel
2. 1/8 deel
3. 1/4 deel
4. 1/1 deel

Een breuk nemen van een getal

Reken uit:

24

5

8

12

2

Reken uit:

breuken vereenvoudigen

breuken vereenvoudigen
6/8 = ...

1. 1/4
2. 3/4
3. 1/2
4. 2/2

Vereenvoudig onderstaande breuk:

1. 3/4
2. 1/2
3. 3/7
4. 1/3

werkboek p 22 

Gelijkwaardige breuken: breuken die even groot zijn, maar op een andere manier opgeschreven.

Welke breuk is gelijkwaardig aan:

1. 2/6
2. 2/3
3. 2/8
4. 1/2

Welke breuken zijn Gelijkwaardig?

1/2

1/3

1/4

2/6

2/8

2/4

12/24

6/18

15/45

10/20

5/10

6/24

8/32

9/36

9/27

Laat de leerlingen alle breuken naar het juiste vak slepen. De leerlingen kunnen dit allemaal voor zichzelf doen. Na afloop kun je de antwoorden bekijken en zien waar de moeilijkheden zitten.

Gelijknamige breuken?

- Gelijknamige breuken kan je gemakkelijk optellen of van elkaar afhalen

- Deze breuken hebben gelijke noemers

gelijknamig maken

Maak de breuken gelijknamig
1/3 en 2/8

1. 1/24 en 2/24
2. 8/24 en 6/24
3. 3/11 en 8/11
4. 2/6 en 4/16

Maak de breuken gelijknamig
3/5 en 9/10

1. 3/5 en 4/5
2. 12/50 en 9/50
3. 6/10 en 9/10
4. 12/50 en 21/50

Vul < of > in.

​6​​7​​......​9​​1​​

1. >
2. <

Vul < of > in.

​5​​3​​......​10​​9​​

1. >
2. <

Vul < of > in.

​21​​7​​......​4​​1​​

1. >
2. <

Welke antwoord is juist?

1. 1/2 < 1/4
2. 1/3 > 1/2
3. 1/3 = 2/6
4. 2/4 = 6/8

Werkboek p 23

Breuken: optellen en aftrekken

3/7 + 2/7 =

12/7 - 2/7 =

2/6 + 2/3 =

2/3 - 1/6 =

7/8 - 1/3 =

Breuken optellen

1. 4/10
2. 7/8

Werkboek p 24