Quiz stomazorg

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Quiz stomazorg

Wat betekent het woord stoma?

1. gat
2. opening
3. open
4. darm

Hoeveel procent van de mensen met een stoma is ouder dan 40 jaar?

1. 10
2. 35
3. 50
4. 90

Hoeveel Nederlanders hebben een stoma?

1. 1000
2. 9000
3. 18000
4. 38000

Een urostoma kan ook gemaakt worden van een stuk dikke darm?

1. waar
2. niet waar

Wat zijn de belangrijkste taken van een helpende bij stomazorg?

1. Verzorgen en diagnosticeren
2. Verzorgen en aanbieden van oplossingen bij complicaties.
3. Verzorgen en complicaties signaleren.

Wat is belangrijk na verwijdering van de huidplaat?

1. De achterkant controleren
3. De huid inspecteren
4. Beide antwoorden zijn goed

Mensen met een stoma moeten altijd een aangepast dieet volgen

1. waar
2. niet waar

Wat moet je niet doen bij een vurig rode huid rond de stoma?

1. Behandelen met barrièrecrème.
2. Behandelen met vaseline
3. Behandelen met sudocrème

Mensen met een ileostoma verliezen ….. vocht bij hun ontlasting

1. minder
2. meer
3. evenveel

Een colostoma is

1. dunne darm stoma
2. dikke darm stoma
3. stoma van urinewegen

Een urostoma is altijd blijvend

1. waar
2. niet waar

Met een stoma mag je gewoon douchen of in bad

1. waar
2. niet waar

Wat doe je niet bij huidirritaties?

1. de huid stevig droog föhnen
2. de opening in de huidplaat beter passend te maken
3. barrièrecrème gebruiken
4. de huid met lauwwarm water reinigen