5V_Metalen en Legeringen check

5V_Metalen en Legeringen check
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

5V_Metalen en Legeringen check

Slide 1 - Slide

timer
0:30
Geleiden altijd stroom
Bevatten alleen metaal atomen
Geleiden nooit stroom
Bevatten alleen niet-metaal atomen
Geleiden stroom in vloeibare fase
Bevatten metaal en niet-metaal ionen

Slide 2 - Drag question

Zout
moleculaire stof
moleculaire stof
metaal
metaal
moleculaire stof
moleculaire stof
zout
zout
metaal
metaal
Zout

Slide 3 - Drag question

Hoe verklaar je de elektrische geleiding van metalen op
micro-niveau?
A
De positieve kernen kunnen bewegen.
B
De vrije elektronen bewegen door het metaal.
C
Stroom gaat tussen de atomen door het rooster.
D
Ionen geven elektronen af aan het volgende ion.

Slide 4 - Quiz

Wat zijn zware metalen? Zware metalen zijn metalen die:
A
een hoge dichtheid hebben
B
erg giftig zijn
C
heel goed met andere stoffen reageren
D
heel veel op aarde voorkomen

Slide 5 - Quiz

Juist
Onjuist

Alle metalen geleiden elektrische stroom. 
Alle metalen geleiden warmte.
Alle metalen blinken en hebben een typische metaalglans. 
zuivere metalen zijn gemakkelijk te vervormen. 
Alle metalen hebben dezelfde dichtheid. 
Alle metalen zijn magnetisch. 
Alle metalen hebben hetzelfde smeltpunt. 

Slide 6 - Drag question

Legeringen worden vaak toegepast als materiaal. Wat is een legering? Een legering is:
A
een homogeen mengsel van metalen
B
een homogeen mengsel van ijzererts en cokes
C
een homogeen mengsel van ijzererts en kopererts
D
een homogeen mengsel van kunststoffen en metalen

Slide 7 - Quiz

Legering?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Brons is een legering van ......
A
Zink en Kwik
B
Tin een lood
C
Koper en zink
D
Koper en Tin

Slide 9 - Quiz

Messing is een legering van....?
A
Koper en zink
B
Zink en lood
C
Koper en lood
D
Koper en ijzer

Slide 10 - Quiz

Een _________ metaal heeft een metaalrooster waarbij de lagen

 ___________langs elkaar heen kunnen bewegen. Een ___________ heeft

 grotere of kleinere atomen ingebouwd in het __________, waardoor de 

lagen ___________ langs elkaar kunnen bewegen.
zuiver
gemakkelijk
legering
metaalrooster
moeilijker
onzuiver
atoomrooster
ionrooster

Slide 11 - Drag question