This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
4.2 Onze voetafdruk
Slide 1 - Slide
Planning
Huiswerk
Lezen 10 minuten
Huiswerkcontrole
Huiswerk bespreken
Korte uitleg
Afsluiting
mededelingen: Klassen lesson-up code:
Weektaak weel 16 af
4.2 maken
Boek
Volgens plattegrond
Benodigheden
Slide 2 - Slide
10 min 4.2 lezen
- docent loopt rond voor huiswerkcontrole
- Klaar?
begin rustig met de opdrachten.
Slide 3 - Slide
Huiswerk bespreken
Iedereen doet mee, heb je geen antwoord kom je bij de volgende vraag aan de beurt.
Slide 4 - Slide
Fossiele Brandstoffen
A
Brandstoffen van dino's
B
Ze zijn miljoenen jaren geleden gevormd
C
Fossielen verbranden
D
Van olie wordt benzine gemaakt
Slide 5 - Quiz
Nederland wil het rijden in elektrische auto’s stimuleren, omdat elektrische energie duurzamer is dan fossiele brandstoffen. → Wat is hierbij een belangrijke voorwaarde?
A
De stroom moet met hernieuwbare energiebronnen zijn opgewekt.
B
We moeten korte afstanden met de auto gaan rijden, in plaats van met de fiets.
C
We moeten elektriciteit importeren die is opgewekt met kernenergie.
D
We moeten de milieu zones in de grote steden verkleinen.
Slide 6 - Quiz
Op de afbeelding is een voorbeeld van... te zien.
A
natuurramp
B
milieuaantasting
C
milieuvervuiling
D
milieu-uitputting
Slide 7 - Quiz
Welk begrip hoort bij deze afbeelding?
A
Ecologische voetafdruk
B
Draagkracht
C
Natuurlijke hulpbronnen
D
Bevolkingsgroei
Slide 8 - Quiz
Wat is geen groene stroom?
A
Zonne-energie
B
Waterkracht
C
Windenergie
D
Aardgas
Slide 9 - Quiz
Wat is geen groene stroom?
A
Zonne-energie
B
Waterkracht
C
Windenergie
D
Aardgas
Slide 10 - Quiz
De draagkracht van de aarde wordt sinds +/- 1970 overschreden. Wat is de grootste boosdoener van het overschrijden van deze draagkracht?
A
De steeds groter wordende akkerlanden
B
Steeds meer gebieden worden bebouwd
C
De koolstofdioxide uitstoot
D
Corona/Covid 19
Slide 11 - Quiz
Wat zijn grondstoffen?
A
natuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
B
Onnatuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
C
Producten als lakens, hoefijzers, brood en ander verwerkt materiaal.
D
ruw materiaal dat nog bewerkt moet worden om er een product van te maken
Slide 12 - Quiz
Wat is de betekenis van natuurlijke hulpbronnen?
A
Onbewerkte materialen die gebruikt worden om iets te maken
B
Bruikbare producten uit de natuur
C
Grondstoffen die we uit de aarde halen via een mijn of bron
D
Energie wat je opwerkt uit een hulpbron uit de natuur
Slide 13 - Quiz
Uitleg
Onze grondstoffen halen we ergens vandaan op aarde
Helaas is niet alle oppervlakte van de aarde te gebruiken voor grondstoffen.
Welke gebieden zouden dit zijn?
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Waarom heeft Nederland zo'n hoge ecologische voetafdruk?
Slide 17 - Open question
Wat kunnen wij doen, om onze voetafdruk te verkleinen?