leren leren les 1

• Mentorles
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

0 = ik begin één middag van tevoren met het leren van een toets.
100 = ik verdeel het leren van een toets over meerdere dagen.

0100

0 = ik leer een toets altijd in stukken, nooit in één keer achter elkaar
100 = als ik een toets leer, begin ik gewoon bij het begin en zie ik wel waar ik eindig

0100

0 = met een werkstuk ben ik wel een paar dagen bezig
100 = een werkstuk schrijf ik in één dag

0100

0 = ik heb niet echt een plan als ik een toets leer
100 = ik maak vooraf een planning als ik een toets leer

0100

0 = ik herhaal de leerstof voor een toets op verschillende manieren
100 = ik kom nooit toe aan herhalen van de leerstof voor een toets

0100

Stappen voor het plannen

Schrijf ze mee in je schrift.

Stap 1

Wat moet ik precies doen?

Als je een toets hebt, wat moet je daar precies voor leren?

Stap 2

Wanneer heb je die toets? Of wanneer moet je je werkstuk inleveren? 

Als je dat weet, weet je ook hoeveel tijd je nog hebt voor je klaar moet zijn.  Wanneer moet de opdracht of taak af zijn?

Stap 3

Welke stappen moet ik zetten?

Alle grote taken kun je het beste in stukken hakken. Doe elke dag een stuk. Dan blijft het leuk om te

doen en haal je het beste resultaat.

Stap 4

Hoe veel tijd kost elke stap?

Schat in hoeveel tijd elk stuk van je huis- en leerwerk kost. 

Stap 5

Wanneer moet ik dan beginnen?

Reken terug vanaf het moment dat de opdracht af moet zijn. Dan weet je wanneer je moet beginnen. 

Bijvoorbeeld voor SO’s moet je gemiddeld 3 dagen leren en voor proefwerken gemiddeld 5 dagen. 

Stap 6 

Is deze planning haalbaar?

Zijn deze taken haalbaar in de beschikbare tijd? 

- Te doen? Houd in de planning rekening met trainingen, wedstrijden, bijbaan,bezoek aan oma, etc.

- Door jou uit te voeren? Je kunt ’s avonds na 22.00 uur eigenlijk niet meer goed studeren, maar aan de hoeveelheid in de planning zie je dat je tot 23.00 uur bezig

bent. Dat werkt niet en dan moet je de planning dus aanpassen

Stap 7

Schrijf je planning op.

Schrijf je planning op en houd daarbij rekening met de voorgaande stappen. In de planning schrijf je

(in tegenstelling tot de agenda) het huiswerk op op de dag dat je gaat maken, niet op de dag dat

het af moet zijn! Als je iets gedaan hebt, streep het door/vink het af. Dat geeft een lekker gevoel!

Tip 1

Van groot naar klein: eerst kijk je wat je in een langere periode moet doen (denk bijvoorbeeld aan een werkstuk, proefwerk of SO). Daarmee houd je het grote overzicht. 

Wanneer je de grote taken gepland hebt, begin je met het plannen van kleinere taken.

Tip 2

Je maakt de planning niet voor niets. Dus kijk voordat je begint met het maken van huiswerk eerst

wat je voor vandaag hebt gepland. 

Tip 3

Plan moeilijke taken op momenten dat jij het best kunt werken. 

Tip 4

Houd bij het maken van de weekplanning ook rekening met andere wekelijkse verplichtingen die je

hebt, zoals bijbaantje, sport, hobby en afspraken die je al gemaakt hebt, etc. 

Tip 5

Houd bij het maken van de weekplanning rekening met pauzes. Ga bijvoorbeeld na een half uur

geconcentreerd werken, 5-10 minuten gitaar spelen, theedrinken, computeren, naar buiten, etc. 

Tip 6

Geef proefwerken en SO’s een opvallende kleur in de weekplanning met een markeerstift. Bijv.

blauw voor proefwerken en roze voor SO’s.

Tip 7

Wissel maak- en leerwerk af.

Kijk in magister of in je planner. Welk huiswerk heb je op gekregen voor de komende 7 dagen?
Welk leerwerk heb je op gekregen voor de komende 7 dagen? Loop voor alles wat in je agenda staat het
bovenstaande stappenplan af en schrijf de planning in je planner.