6.2 - B - Zelfstandige burgers


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 

Slide 1 - Slide

Planning
  • De Nederlanden
  • Stadsrechten
  • Stadsbestuur 
  • Straffen in de middeleeuwen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe burgers hun stad bestuurden.

  • Je kunt uitleggen hoe steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren. 

Slide 3 - Slide

Raadhuis
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout (plaatsvervanger van de heer) en schepenen. Alles wat met bestuur en rechtspraak te maken heeft zat onder een dak.  Daarnaast werden hier keuren (wetten) gemaakt.
Dagelijkse bestuur
Dagelijkse bestuur
Het dagelijkse bestuur van een stad lag in handen van de burgermeester, dat waren vaak twee. 
Het vroedschap controleerde de stadsbestuurders
Burgers
Mannen konden burger worden als ze een jaar en een dag in de stad wonen. Mensen uit de stad noemde je poorters. 
Je moest wel een beroep hebben en een geldbedrag betalen. Alle mannelijke poorters samen vormden de burgerij. 

Slide 4 - Slide


Minder macht
  • Hoge edelen kregen inkomsten via belasting. De stad steunde hen door middel van soldaten.  Lage edelen kregen juist minder macht. 
  • Maar steden werden steeds zelfstandiger. Ze waren immers rijk genoeg om zich te verdedigen en invloed uit te oefenen op het zelfbestuur. 
Leerdoel 2

Slide 5 - Slide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 6 - Slide


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 7 - Slide

Raadhuis
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout (plaatsvervanger van de heer) en schepenen. Alles wat met bestuur en rechtspraak te maken heeft zat onder een dak.  Daarnaast werden hier keuren (wetten) gemaakt.
Dagelijkse bestuur
Dagelijkse bestuur
Het dagelijkse bestuur van een stad lag in handen van de burgermeester, dat waren vaak twee. 
Het vroedschap controleerde de stadsbestuurders
Burgers
Mannen konden burger worden als ze een jaar en een dag in de stad wonen. Mensen uit de stad noemde je poorters. 
Je moest wel een beroep hebben en een geldbedrag betalen. Alle mannelijke poorters samen vormden de burgerij. 

Slide 8 - Slide


Aantekeningen

  • Inwoners van een stad wilden eigen baas zijn. Samen met de hertog/graaf maakten zij afspraken. Die noem je stadsrechten.  De stad mag een stadsmuur bouwen en een eigen rechtspraak hebben. De inwoners van een stad waren vrije poorters. In ruil voor deze vrijheden moesten zij wel belasting betalen. 
  • Steden werden steeds zelfstandiger. Rijke edelen kregen geld via belastingen, maar lage edelen verloren hun macht omdat de stad zichzelf kon verdedigen en besturen. 

Slide 9 - Slide

Klik op de hotspots en sleep de straffen en de gezegden naar de juiste plek in de afbeelding.
Een gruwelijk goede opdracht!
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
"Iemand de ogen uitsteken."
"Hij voelt zich geradbraakt."
"Ik maak hem een kopje kleiner."
" Zij werd op de pijnbank gelegd."
"Ze legden hem het vuur aan de schenen."
"Dat doet hem de das om."

Slide 10 - Drag question

Wat hoort er bij een middeleeuwse stad? 
Kerk
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, sleep mij dan.
Plein
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Stadsmuur
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Agora
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Tempel
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Stadspoort
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Markt
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 
Koopmanshuis
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, 
sleep mij dan naar het sleepdoel. 

Slide 11 - Drag question

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken

Slide 12 - Quiz

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 13 - Quiz

Burgers in de steden hadden zelf het bestuur en wetgeving van de stad in handen
A
waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Hoe kwam het dat de opkomst van steden uiteindelijk de positie van de adel verzwakte?
A
Het feodale stelsel was gebaseerd op trouw en loyaliteit, door de geldeconomie werkte dit niet meer
B
De steden werden rijker en konden zo steeds meer vrijheden kopen, zo had de heer geen invloed meer
C
Steden werden rijk en konden zichzelf verdedigen, en hadden de bescherming van de heer niet nodig
D
A, B en C zijn allemaal goed

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk paragraaf 6.2 door. 

  • Daarna ga je aan de slag met de huiswerkopdrachten: 2, 3, 4, 5, en 7. 

  • Klaar? Ga dan verder met opdracht 5, 6, 7 en 8 op pagina 168. 

Slide 16 - Slide

Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen

Slide 17 - Slide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 18 - Slide


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 19 - Slide

Rijke steden...met dikke muren



  • Steden waren interessant om te veroveren: ze waren rijk en lagen gunstig
  • Als steden stadsrechten hadden gekregen, mochten ze stadsmuren bouwen
  • Stadsmuren maakten de verovering van een stad vrijwel onmogelijk: de inwoners waren veilig!
De Franse stad Carcasonne is één van de best bewaarde middeleeuwse steden met stadsmuren

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen op welke manier Holland belangrijk werk.

  • Je kunt uitleggen hoe steden stadsrechten kregen. 

Slide 21 - Slide


Belegeren!
  • De enige manier om een stad te veroveren, was met een belegering
  • De legers van de aanvallende partij omsingelden dan de stad
  • Deze belegering kon maanden, soms jaren duren, en had één doel: uithongering, zodat de stad zich wel over móest geven.
  • Gaf een stad zich uiteindelijk over, dan werd de stad geplunderd en de burgers vermoord, verkracht en/of gemarteld.

Slide 22 - Slide