Vertrouwensrelatie

Vertrouwensrelatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vertrouwensrelatie

Slide 1 - Slide

Vertrouwensrelatie
Vertrouwen: Het geloof (de verwachting) dat de ander eerlijk en oprecht is, het gevoel dat je op de ander kunt rekenen

Relatie: Professioneel, functioneel en tijdelijk

Slide 2 - Slide

Wat is het belang van een goede vertrouwensrelatie?

Slide 3 - Open question

Veilig voelen

Slide 4 - Slide

Wat is volgens jou het verschil tussen het verlenen van zorg aan een cliënt met wie je geen vertrouwensrelatie hebt en een cliënt met wie je dat wel hebt?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Wat heeft de video te maken met een vertrouwensrelatie?

Slide 7 - Open question

Vertrouwen betekent voor mij...

Slide 8 - Open question

Ik vertrouw ... omdat ...

Slide 9 - Open question

Ik wantrouw iemand als hij ...

Slide 10 - Open question

Van een vertrouwensrelatie is sprake als ...

Slide 11 - Open question

Een ander moet mijn vertrouwen verdienen.
A
eens
B
oneens

Slide 12 - Quiz

Wat moet iemand doen om jouw vertrouwen te winnen als jij geen invloed op de ander hebt.

Slide 13 - Open question

Zelfvertrouwen is een voorwaarde om een vertrouwensrelatie op te bouwen.
A
eens
B
oneens

Slide 14 - Quiz

Werken aan een vertrouwensrelatie
  1. eerste indruk
  2. actief luisteren
  3. transparant handelen
  4. congruent handelen
  5. afstemmen op de cliënt

Slide 15 - Slide

Vertrouwen

Slide 16 - Slide

1. Eerste indruk
"Je krijgt nooit een tweede kans voor een eerste indruk"

Binnen enkele seconden vormt de cliënt een beeld van de zorgverlener. Heb ik wat aan je en ben je er voor mij?

Combinatie van verschillende factoren: uiterlijk, manier van spreken, mimiek, lichaamshouding, geur, stemklank.

Slide 17 - Slide

Wat zegt uiterlijk? 

Slide 18 - Slide

DE 4 LUISTERVAARDIGHEDEN voor actief luisteren
  1. Aandachtgevend gedrag
  2. Vragen stellen
  3. Samenvatten en ordenen
  4. Gevoelsreflectie

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Omgaan met zorgvragers
  • Praten over of praten met de zorgvrager
  • luisteren met je ogen
  • Waar ben je mee bezig
  • Is ja ook ja of is ja het beste wat je kon bedenken.

Slide 21 - Slide