Leren Leren les 2

1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Toets

Slide 2 - Slide

Hoe ging het?

Slide 3 - Slide

Het brein weegt gemiddeld
320 g
770g
1,4 kg
1,9 kg

Slide 4 - Poll

Het brein heeft ____ hersencellen
1 mio
10 mio
100 mio
1 mjd
10 mjd
100 mjd
1 bio

Slide 5 - Poll

Het brein
  • gemiddeld 1,4 kg
  •  80 milljard hersencellen

Slide 6 - Slide

Als je nieuwe dingen leert
  • maken hersencellen verbindingen met andere hersencellen
  • verbinding vaak gebruiken -> sterker    

Slide 7 - Slide

Leren

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Leerladder
Binnenkomen
Begrijpen
Onthouden
Toepassen

Slide 10 - Slide

Binnenkomen
Concentratie
Houding
Studeeromgeving

Slide 11 - Slide

Concentratie
Concentratie = Aandacht x Vasthouden

Clean desk
Laat je niet storen
Luister naar je lichaam

Slide 12 - Slide

Houding
Lichaamshouding heeft grote invloed op:
Alertheid
Gemoedstoestand
Concentratie

Slide 13 - Slide

Houding
Rechtop zitten en actieve houding

-> seintje aan brein -> actief worden !

Slide 14 - Slide

Studeeromgeving
Inrichting
Zuurstof
Licht
Muziek      purple monkey brain tunes/muziek om te leren 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Begrijpen
Betekenis
Taaloverzicht
Verbanden

-> Mindmap

Slide 18 - Slide

Onthouden
Structuur   (zie Begrijpen)
Zintuigen
Uitzonderingen
Herhalen

Slide 19 - Slide

Zintuigen
Beelden maken (tekeningen, symbolen, 
                                     cartoons etc.)

Slide 20 - Slide

Uitzonderingen
Moeilijk te ondhouden dingen:

- > maak ze gek, vreemd of uitzonderlijk

Slide 21 - Slide

Herhalen
Nadat je iets hebt geleerd, begin je het meteen weer te vergeten

=> Hoe meer je herhaalt, hoe meer je 
      onthoud!

Slide 22 - Slide

Toepassen
Oefenopgaven maken
Slapen  (13-20 jaar: 9 uur)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Nieuwe vrienden maken in de brugklas
  • Begin een praatje Als je iemand ziet die je nog niet kent, probeer dan eens een praatje te maken. Je kunt een paar vragen stellen zoals “Welke basisschool kwam jij vandaan?” of “Wat is jouw favoriete vak?” Zo kom je makkelijk met iemand in gesprek. Vaak zijn anderen ook blij dat je de eerste stap zet.
  • Reageer op vragen Als een nieuwe klasgenoot jou een vraag stelt, ga er dan op in en vertel wat over jezelf. Bijvoorbeeld, als iemand vraagt welke sport je doet, vertel dan enthousiast over je sport. Voor je het weet, sta je gezellig te kletsen en ontdek je misschien wel dat jullie dezelfde hobby’s hebben.
  • Blijf vooral jezelf! Accepteer dat je zenuwachtig bent en realiseer je dat iedereen in hetzelfde schuitje zit en nieuwe mensen willen ontmoeten. Doe je niet anders voor dan je bent. Echte vrienden zullen je waarderen om wie je echt bent. Als je eerlijk en oprecht bent, zullen anderen dat ook zijn en zul je snel echte vriendschappen opbouwen.
  • Zit naast iemand anders In de klas. Zo leer je nieuwe kinderen beter kennen. Wie weet ontdek je dat je veel gemeen hebt met diegene. Misschien wordt die persoon wel je nieuwe beste vriend of vriendin.
  • Wees open en vriendelijk. Lach naar anderen, zeg hallo en stel jezelf voor. Als je vriendelijk en benaderbaar bent tegen iedereen, zullen anderen zich ook op hun gemak voelen om met jou te praten.

Slide 27 - Slide

Nieuwe vrienden maken in de brugklas

  • Help anderen Als je ziet dat iemand hulp nodig heeft, bied dan je hulp aan. Dit kan iets kleins zijn, zoals uitleggen waar een lokaal is, of samen huiswerk maken. Door anderen te helpen, laat je zien dat je een goede vriend kunt zijn en zullen anderen ook sneller jouw hulp aanbieden als je die nodig hebt.
  • Geduld hebben Het kost soms wat tijd om nieuwe vrienden te maken. Wees geduldig en geef niet op als het niet meteen lukt. Iedereen vindt het spannend om nieuwe mensen te leren kennen, maar na verloop van tijd zul je merken dat je steeds meer vrienden maakt.

Slide 28 - Slide

Speeddaten
timer
1:00

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video