• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

Clase 5_P1 3HV_Gustar, ir, tener y otros verbos irregulares

¡Bienvenidos a tu clase de español!
5
Hoy es
14
de septiembre
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
5
Hoy es
14
de septiembre

Slide 1 - Slide

Prepárate para esta clase:
Maak je klaar voor deze les...
timer
1:00
¡Importante!
- Tu portátil aún está cerrado: 
Je laptop is nog dicht.

- Tu móvil está apagado en y tu bolsa o mochila: 
Je mobiel is uit en in je tas.

-Tienes tu cuaderno, portátil y bolígrafo: 
Schrift, laptop en pen heb je bij je.

-¡Haz caso y guarda el silencio!: 
 Let op! Oren open en wees stil!

Slide 2 - Slide

Los objetivos de hoy

(De lesdoelen van vandaag )

Je herhaalt...

1-  ...het gebruik van GUSTAR, TENER en IR

2- ... de getallen tot 100

2-  ... woordjes uitvocabulario 4.1, 4.2 en 4.3 + werkwoorden 1-24 uit de lijst







Doordat je begint met herhalen van de stof uit 
vorig jaar, maak je een goede start in jaar 3

Slide 3 - Slide

El programa de hoy

(Het programma van vandaag)

     A: Overhoren: Paso Adelante voca 
 4.1, 4.2,4.3  ( NL>ESP ) + ww 1-24 (ESP >NL)
 
     B:  Zelfstandig werken:
opdrachten GUSTAR, TENER e IR

     C: ¿Qué has aprendido hoy? (Afsluiting)

>> extra be: Do 7e uur

Slide 4 - Slide

La frase del día

  • ¿PERDÓN, PUEDES REPETIRLO, POR FAVOR?  
  • (perdón, poe-èdes repe-tierlo, por fabor)
  •  => Sorry, kun je het herhalen, alsjeblieft? 

Slide 5 - Slide


Schrijf de Nederlandse betekenis van deze werkwoorden onder elkaar op:

1 hablar - 2 leer - 3 tener - 4 llamarse - 5 comer -
6 estar - 7 querer - 8 ir- 9 necesitar - 10 trabajar



Slide 6 - Open question



1 het cijfer 2 de middelbare school 3 het huiswerk 4 nu 5 het leerjaar
6 de leerling 7 doen/maken 8 dorst 9 daarna 10 gym

4.1 :Schrijf in het Spaans

Slide 7 - Open question



1 voetballen 2 het ontbijt 3 leren 4 het Spaans
5 eindelijk 6 laat 7 wiskunde 8 slapen 9 het fruit 10 de muziek


4.2 Schrijf in het Spaans

Slide 8 - Open question




1 dinsdag - 2 grappig 3 het vak 4 het werkboek 5 ik heb liever
6 nooit 7 scheikunde 8 lachen 9 dragen 10 moeilijk


4.2 Schrijf in het Spaans

Slide 9 - Open question

¿Te acuerdas 
los números 
hasta 100?
¿Sabes cómo escribirlos?

Slide 10 - Slide

Y ahora escribe estos números:

58: 
77: 
100: 
29: 
43: 
16: 
98:


Slide 11 - Slide

Y ahora escribe estos números:

58: cincuenta y ocho,
77: setenta y siete,
100: cien
29: veintinueve,
43: cuarenta y tres  
16: dieciséis
98: noventa y ocho


Slide 12 - Slide

¿Qué sabes del verbo gustar?

Slide 13 - Slide

¿Qué sabes del verbo gustar?
HAZ: ejercicios 34, 35 y 36

Slide 14 - Slide

Sleep de juiste tekstdelen bij elkaar :
A mí tampoco me gusta...
¿A ti te gusta....
A nosotros no nos gustan....
A María no le gustan
...las patatas fritas
leer libros? 
los chicospijos
la lluvia.

Slide 15 - Drag question

¿Qué vas a hacer?: Practicar los verbos Gustar, Ir , Tener
¿Qué necesitas?:  Tu libro de trabajo (libro verde) y este lessonup
¿Cómo?: Tú trabajas solo o sola ; Alleen, zelfstandig werken

¿Cuánto tiempo?: 30 minutos. 
Objetivo (doel): Je oefent met deze grammatica onderdelen

He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca 4.1 , 4.2, 4.3 (NL> ESP)
en ww roze blad (ESP>NL).
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 16 - Slide

HAZ: ejercicio 30

Slide 17 - Slide

Frases con IR: Vul de juiste vorm van IR in op de stippellijntjes.
( neem deze zinnen over in je werkboek )

  1. 1-  ¿Dónde está el centro?  -Está muy cerca. Usted .... todo recto
  2. 2- ¿Cuándo (tú) ...... al trabajo? (yo)....... a las ocho y cuarto
  3. 3-  Mi amiga ..... a México para visitar su familia.
  4. 4- Mi hermano y su mujer .......... a  visitar el castillo.
  5. 5- Tú y tu abuelo ........ al supermercado para comprar patatas.
  6. 6- Vosotros ...... a hacer los deberes para mañana.
  7. 7- Hoy esta familia ...... al cine. El viernes nosotros ........ también al cine.

Slide 18 - Slide

¿Qué sabes del verbo tener?

Slide 19 - Slide

TENER (presente, tegenwoordige tijd)
yo
tú
él, ella, usted
nosotros,nosotras vosotros,vosotras
ellos, ellas, ustedes
TENGO
TIENES
TIENE
TENEMOS
TENÉIS
TIENEN
(onregelmatig)
HAZ: ejercicio 29
+ online opdracht

Slide 20 - Slide

https:

Slide 21 - Link

Y... ¿qué has aprendido hoy?
¿ Hay preguntas? 

Slide 22 - Slide

More lessons like this

Clase 5_P1 3HV_Gustar, ir, tener y otros verbos irregulares

August 2020 - Lesson with 23 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Clase 5_P1 3HV_Tener y otros verbos irregulares

September 2022 - Lesson with 24 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Les 7 - V3.3 - 60 min - ropa y colores

January 2021 - Lesson with 15 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Les 22 P3 2HV Tener + herhaalstof

March 2022 - Lesson with 16 slides
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Les-24 P4 2HV Los Posesivos

May 2022 - Lesson with 18 slides
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Clase 13_P1 3HV_ El reloj

September 2023 - Lesson with 24 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Clase22_Verbos de cambio de raíz, tener que

November 2020 - Lesson with 18 slides
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Clase 15_P1 3HV Cap 5 Verbos irregulares -1

October 2022 - Lesson with 19 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings