What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
CG 1-U11 opdr. 1 t/m 7
¡Bienvenidos a todos!
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Spaans
HBO
Studiejaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
¡Bienvenidos a todos!
Slide 1 - Slide
Unidad 11
- Ej. 1 al 7
- Woning beschrijven
- Meubels en inrichting
Slide 2 - Slide
Mi casa está...
Mi casa es ....
Mi casa tiene...
En mi casa hay...
Mi casa
Slide 3 - Slide
a. Vervoeg het werkwoord 'Mudarse'
b.
Frequentie woorden TB p. 72
c. Maak de zinnen
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Les 3 CG-U11 opdr. 1/m7
Slide 6 - Slide
Freepik
¿Dónde ves la tele?
Veo la tele en el salón de mi casa
Slide 7 - Slide
rawpixel.com
Slide 8 - Slide
Hay un gato encima del camión
Hay un gato detrás de la tele
Hay un gato al lado de la puerta.
Slide 9 - Slide
TB nr.5 p.56 Plaatsbepalingen
gebruik van "de"
Tussen
een plaatsbepaling
en
het zelfstandig naamwoord
komt altijd
"de"
behalve bij entre, en, encima
:
Está al lado de la mesa.
maar:
Está entre la mesa y la silla.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
TB nr.5 p.56 Plaatsbepalingen
Slide 12 - Slide
TB p. 99
Spanjaarden zijn bescheiden en zwakken een compliment
vaak een beetje af.
6 a. Llegan visitas:
Luister en geef aan of de beweringen
bij A juist zijn.
¡Qué mesa tan bonita!
¿ Tú crees?
¡ Tienes un salón muy grande!
¿T e parece?
¡Qué práctico!
¿ Te gusta?
6 b.
luister nogmaals en combineer commentaar met reactie.
C
1
B
2
E
3
D
4
A
5
Slide 13 - Slide
Dale un cumplido a tu compañero/a
¡Woooow!,¡Guau! Paco, qué casa más bonita tienes.
¿Cómo reacciona Paco?
- ¿Tú crees? ...
- ¿Te parece?...
- ¿Te gusta?...
Slide 14 - Slide
Complimenten geven/krijgen
¡Me encanta tu corte de pelo!
¡Tu creatividad no tiene límites, siempre me sorprendes!
¡Qué teléfono móvil más chulo!
¡Tu inteligencia es impresionantes, siempre aprendo algo nuevo contigo!
¡Ese color de jerey te queda increíble!
¡Me encantan tus zapatillas de deporte!
Slide 15 - Slide
TB p. 100 Nr. 7
7 a.
Lee el texto y marque todas las palabras que expresan
una cantidad.
1. El 95 % de las personas viajan.
2. El 50 % piensa en intercambiar su casa.
3. Solo el 5 % ha tenido malas experiencias.
4. El 18 % practica el intercambio de casas.
5. El 70 % se aloja en un hotel o apartamento.
7 c.
(casi) todos = bijna iedereen
la mitad = de helft
(casi) nadie = bijna niemand
algunos = sommigen
la mayoría = de meerderheid
zie ook 8.5
TB p. 129
Slide 16 - Slide
TB p. 100 Nr. 7a
Je kunt '
hoeveelheidsaanduidingen
' nu ook al invullen in de R&S van WB p. 113.
WB p. 112 opdracht 23: maak zinnen aan de hand van de cirkeldiagrammen. Nakijken met de voorbeeldzinnen achterin het boek.
Slide 17 - Slide
1.Zet de dialoog in de goede volgorde
2. 2xrollenspel: ober/gast
Slide 18 - Slide
More lessons like this
CG A1: unidad 6_oef 7 t/m Panam_lesweek 4_les 2
March 2025
- Lesson with
46 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
CG A1: unidad 6_oef 7 t/m Panam_lesweek 4_les 2
September 2023
- Lesson with
47 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
¿Cómo es tu casa?
February 2021
- Lesson with
15 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 9 - 31.05.2021
May 2021
- Lesson with
17 slides
spaans
Beroepsopleiding
15-04-2024
April 2024
- Lesson with
26 slides
Spaans
Beroepsopleiding
15-04-2024
April 2024
- Lesson with
24 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 11 primera parte
November 2023
- Lesson with
26 slides
Spaans
HBO
Studiejaar 1
CG A1 unidad 6_week 4_les1_Rocio
September 2022
- Lesson with
28 slides
spaans
HBO
Studiejaar 3