10.5 De weg die impulsen afleggen

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 10.4 blz. 132 (huiswerkcontrole) 
  • Ik heb alleen de benodigde spullen op tafel: Boek en etui
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 10.4 blz. 132 (huiswerkcontrole) 
  • Ik heb alleen de benodigde spullen op tafel: Boek en etui
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen herhalen
  • Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt de invloed van verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen op het zenuwstelsel beschrijven en de risico's van het gebruik van verslavende middelen noemen.

Slide 2 - Slide

10.5 De weg die impulsen afleggen
Thema 10 regeling

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 10.5
  • Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt een reflexboog beschrijven.

Slide 4 - Slide

Bewuste reactie
Bij een bewuste reactie verlopen de impulsen altijd via de de hersenen.
Bij een bewuste reactie op het nemen van een foto gaat dit als volgt:
  1.  Lichtstralen van de camera (prikkel) vallen op je zingtuigcellen in je ogen.
  2. Van de zintuigcellen gaan impulsen via gevoelszenuwcellen naar schakelcellen in je grote hersenen.
  3. De impulsen komen aan in het gezichtscentrum en worden daar verwerkt. Hier word je je bewust van de camera.
  4. Je besluit te lachen. Op dat moment ontstaan in bewegingscentra van je grote hersenen impulsen.
  5. Deze impulsen worden via de hersenstam naar bewegingszenuwcellen van je gezichtsspieren geleid: je lacht.

Slide 5 - Slide

Reflex
  • Een reflex is een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel.
  • De snelheid van een reflex is nodig om je lichaam te beschermen.
  • Bij sommige reflexen merk je ze niet en word je er ook niet bewust van. Er gaat dan geen impuls naar je hersenen.
  • De pupilreflex is hier een voorbeeld van. Als er veel licht op je oog valt word je pupil kleiner om de zintuigcellen te beschermen.
  • Ook de kniepeesreflex doe je onbewust. Hierbij kan getest worden of de reflex werkt. 

Slide 6 - Slide

Terugtrekreflex
  • Bij sommige reflexen gaat er ook een impuls richting de hersenen en word je je wel bewust van de reactie. 
  • De terugtrekreflex is hier een voorbeeld van.
  • Als je hand in aanraking met heet water komt trek je deze gelijk weg, later word je je pas bewust van de pijn.
  • In je zintuigcellen ontstaan impulsen. Deze impulsen worden via gevoelszenuwcellen naar schakelcellen in je ruggenmerg geleid. 
  • Deze gaan niet alleen naar de hersenen, maar de schakelcellen geleiden de impulsen ook direct door naar bewegingszenuwcellen. Deze geven een seintje aan je spieren.
  • Tegelijkertijd geleiden schakelcellen in je ruggenmerg impulsen naar je hersenen.
  • De weg naar de hersenen is langer waardoor je eerst handelt en dan pas voelt.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Reflexboog
  • De weg die impulsen bij een reflex afleggen, wordt een reflexboog genoemd.
  • De reflexbogen van het hoofd en de hals verlopen via de hersenstam.
  • De reflexbogen van de romp en ledematen verlopen via het ruggenmerg.
  • De grote hersenen maken geen deel uit van reflexbogen.
  • Toch komen bij sommige reflexen ook impulsen in de grote hersenen aan. 

Slide 9 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 10.5: 1, 2, 4, 5 en 6
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 10.5
Veel goed? -> Maken 7+ online extra 

 

timer
25:00

Slide 10 - Slide

Leerdoelen herhalen
  • Je kunt de functies van reflexen noemen en je kunt een reflexboog beschrijven.

Slide 11 - Slide