dinsdag

Dinsdag 11 februari
Lesuur
Docent
Lesuur
Docent
08.30 - 09.00 uur Inloop
12.35 - 13.05 uur pauze
09.15 - 10.00 uur NT2 - lezen
mevrouw Mieke
Rotana
13.05 - 13.50 uur NT2  - dictee / deel 2 zinnen maken juf M
mevrouw Mieke / Rotana
10.00 - 10.45 uur rekenen
mevrouw Karin / mevrouw Denise
13.50 - 14.35 uur 
10.45 - 11.05 uur pauze
11.05 - 11.50 uur NT2 woordenschat
mevrouw Mieke 
11.50 - 12.35 uur NT2 
Wat een weer! boekje
mevrouw Mieke
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 11 februari
Lesuur
Docent
Lesuur
Docent
08.30 - 09.00 uur Inloop
12.35 - 13.05 uur pauze
09.15 - 10.00 uur NT2 - lezen
mevrouw Mieke
Rotana
13.05 - 13.50 uur NT2  - dictee / deel 2 zinnen maken juf M
mevrouw Mieke / Rotana
10.00 - 10.45 uur rekenen
mevrouw Karin / mevrouw Denise
13.50 - 14.35 uur 
10.45 - 11.05 uur pauze
11.05 - 11.50 uur NT2 woordenschat
mevrouw Mieke 
11.50 - 12.35 uur NT2 
Wat een weer! boekje
mevrouw Mieke

Slide 1 - Slide

in je leesboek

Slide 2 - Slide

Rekenen
Mevrouw Karin en mevrouw Désirée komen in de klas en gaat met jullie rekenen/wiskunde doen.

Slide 3 - Slide

Pauze
timer
20:00

Slide 4 - Slide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema 5
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 5 - Slide

dagelijks
  •  iets wat elke dag is
  • Zin: Ik poets dagelijks mijn tanden.

Slide 6 - Slide

poetsen
  • schoonmaken
  • werkwoord: ik poets , jij poetst, wij poetsen
  • Zin: Ik poets wekelijks mijn kamer.

Slide 7 - Slide

innemen
  • inslikken
  • werkwoord: ik neem in, jij neemt in, wij nemen in
  • Zin: Twee keer per dag neem ik een pil in met water.

Slide 8 - Slide

helaas

  • jammer (genoeg)
  • als iets niet zo is
  • Zin: Helaas ging de sportles deze week niet door.
  • Helaas heb een druppel verf op mijn nieuwe trui.

Slide 9 - Slide

in orde
* oké!
* Het gaat goed met mijn gezondheid.
* Alles is in orde.

Slide 10 - Slide

Ben jij een keer naar de apotheek geweest?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

In welke zin zie je de betekenis van het woord:
innemen
A
Ik drink graag limonade met een rietje.
B
Ik smeer de zalf op mijn huid.
C
Ik eet graag kauwgom.
D
Ik moet dagelijks een pil slikken.

Slide 12 - Quiz

Maak een zin met het woord:
dagelijks

Slide 13 - Open question

Waar wordt het woord
poetsen
goed gebruikt?
A
Mijn kamer is altijd heel netjes.
B
Ik laat al mijn kleren op de grond liggen.
C
Iedere vrijdag ruim maak ik mijn kamer schoon.
D
Ik ga graag naar school.

Slide 14 - Quiz

Maak een zin met het woord:
poetsen

Slide 15 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 16 - Slide

Als ik keelpijn heb moet ik een hoestdrankje .................... .

Slide 17 - Open question

Deze rekensom is echt moeilijk.
.............. weet ik het antwoord niet.

Slide 18 - Open question

Ik vind het moeilijk om ..... ....... zonder water in te nemen.

Slide 19 - Open question

Vorige week was ik ziek.
Nu ben ik weer helemaal ........... ............ .

Slide 20 - Open question

Van maandag tot en met vrijdag gaan wij ................ naar school.

Slide 21 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: dagelijks, poetsen, innemen, helaas, in orde

Slide 22 - Slide

Pauze
timer
30:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide