les 1 - 8 mei 2025

Aujourd'hui c'est lundi 12 mai
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aujourd'hui c'est lundi 12 mai

Slide 1 - Slide

au programme

  • correction contrôle
  • introduction chapitre 3
  • grammaire
  • les devoirs 

Slide 2 - Slide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 3 - Slide

Correction contrôle                                            

Slide 4 - Slide

Chapitre 3

Planète collège

Slide 5 - Slide

Objectifs H3
aan het einde van H3, 
Dit hoofdstuk gaat over school.
Je leert:
- woorden die te maken hebben met school en kunt deze gebruiken. 
- een gesprek dat op school plaatsvindt begrijpen. 
- zinnen over school schrijven.
- een tekst over school in de wereld begrijpen. - onregelmatige werkwoorden être en kunt deze gebruiken. 
- de bezittelijk vnw en kunt deze gebruiken. 






Slide 6 - Slide

Les buts

- Je kunt de werkwoorden op être gebruiken. (A1)



Slide 7 - Slide

L'école en France
  • On regarde le film.
  • Tu vois quels mots?
  • Écris les mots. (6)
  • Exercice 2 b + c / ex. 3

Slide 8 - Slide

le collège
l'élève
le cours
le / la prof
la classe
la cantine

Slide 9 - Slide

le collège - de middelbareschool
l'élève - de leerling
le cours - de les
le / la prof - de leraar / de lerares
la classe - de klas
la cantine - de kantine

Slide 10 - Slide

L'école en France

  • Exercice 2 b + c / ex. 3
timer
4:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Le verbe être

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Le verbe être - het werkwoord zijn
Let op!
het is - c'est
het zijn - ce sont

Slide 15 - Slide

Thomas est grand.
La maison est blanche.
Mon père est sévère.
Thomas & Sam sont grands.
Les maisons sont blanches.
Mes parents sont sévères.
Als er géén persoonlijk voornaamwoord staat:

Slide 16 - Slide

Exemples
Exemples
Le monsieur est grand.
Le sapin est beau.
Noël est une fête.
Les enfants sont malade.
Les jours sont courts.
Les cours sont amusants.
  • De meneer is groot.
  • De kerstboom is mooi.
  • Kerst is een feest.
  • De kinderen zijn ziek.
  • De dagen zijn kort.
  • De lessen zijn leuk.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

fais le formulaire!
timer
3:00

Slide 20 - Slide

au travail-
les devoirs
Planète collège

apprendre: A et être
faire: 16 - 19 





Slide 21 - Slide

Je kunt de werkwoorden être gebruiken. (A1)

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Slide

au travail-
les devoirs
Planète collège

apprendre: A et être
faire: 16 - 19 





Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Chapitre 3: Planète collège
Doel: Je maakt kennis met de Franse gewoonten op school.

P.98

Slide 26 - Slide