Les werkwoordspelling

Welkom!
Klaar voor de start:
   -laptop (opgeladen), pen, (schrift)
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Klaar voor de start:
   -laptop (opgeladen), pen, (schrift)
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 1 - Slide

Vooraf: 
11 juni: verwerkingsopdracht Mama Tandoori
Lessen vanaf nu

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Deze les
Werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

Lesdoel
-Je kunt vijf verschillende vormen van een werkwoord herkennen.
-Je kunt die vijf vormen op een correcte manier spellen.
-Je kunt de regels omtrent ww-spelling toepassen op werkwoorden van Engelse herkomst.

Slide 5 - Slide

Welke regel pas je toe bij het correct spellen van de pv-tt?

Slide 6 - Open question

Welke regel pas je toe bij het correct spellen van een voltooid deelwoord?

Slide 7 - Open question

Werkwoordspelling
Eerst de vorm weten, dan het (eenvoudige) regeltje toepassen!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Kwizl: werkwoordspelling 1
Nog afmaken: 
Seyma, Jesse, Silvijn, 
Rody, Fardo, Marcel, Ruben P.

Slide 11 - Slide

Kwizl: werkwoordspelling 1
Meer dan 80% goed:
Leandro, Amy, Rathu, 
Jules, Jente, Lucas, Mathilde

Slide 12 - Slide

Kwizl: werkwoordspelling 1
Anderen: moeten nog wat meer oefenen om de 80% te halen.

Slide 13 - Slide

Kwizl: werkwoordspelling 1
1. Werkwoordspelling 1 afmaken. Minder dan 80% goed?
2. Theorie BruutTaal bestuderen: 
         Werkwoordspelling 'welke vormen' 
                                                   'hoe spel je iedere vorm correct'
3. Kwizl: 'soorten werkwoorden' maken. 80% goed? Dan
                  'werkwoordspelling 1' opnieuw maken.

Slide 14 - Slide

Werkwoordspelling 1: meer dan 80% goed?
-BruutTaal werkwoordspelling bestuderen:
                 'homofonie'
                 'bijzondere gevallen'
  -Kwizl: Engelse werkwoorden in het Nederlands              

Slide 15 - Slide

Syllabus werkwoordspelling
Opdr. 1 'De juiste vorm herkennen'
Opdr. 2 'De SpelSpieker gebruiken
Opdr. 3 'Engelse werkwoorden'
Opdr. 4 'Onregelmatige werkwoorden'

Slide 16 - Slide

Welkom!
Klaar voor de start:
   -laptop (opgeladen), pen, (schrift)
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 17 - Slide

Vooraf: 
11 juni: verwerkingsopdracht Mama Tandoori
Lessen vanaf nu

Slide 18 - Slide

Kwizl: werkwoordspelling 1
Nog afmaken: 
Seyma, Jesse

Slide 19 - Slide

Kwizl: werkwoordspelling 1
Meer dan 80% goed:
Leandro, Amy, Rathu, 
Jules, Jente, Lucas, Mathilde
Fardo, Ousama

Slide 20 - Slide

Kwizl: soorten werkwoorden
80%+
Rixt Ruben M Fenneke

Slide 21 - Slide

Kwizl: werkwoordspelling 1
1. Werkwoordspelling 1 afmaken. Minder dan 80% goed?
2. Theorie BruutTaal bestuderen: 
         Werkwoordspelling 'welke vormen' 
                                                   'hoe spel je iedere vorm correct'
3. Kwizl: 'soorten werkwoorden' maken. 80% goed? Dan
                  'werkwoordspelling 1' opnieuw maken.

Slide 22 - Slide

Werkwoordspelling 1: meer dan 80% goed?
-BruutTaal werkwoordspelling bestuderen:
                 'homofonie'
                 'bijzondere gevallen'
  -Kwizl: Engelse werkwoorden in het Nederlands              

Slide 23 - Slide

Werkwoorden van Engelse herkomst
Vervoegen pv:
Hendrik (fietsen tt) naar huis > ik-vorm > 'fiets' > ik-vorm + t ?
                              ja, want Hendrik "loopT" naar huis.



Slide 24 - Slide

Werkwoorden van Engelse herkomst
Hij (deleten) de gehele tekst. 
> ik-vorm: delete (spreek uit: dieliet)
>ik-vorm + t? Ja, want "loopT" de gehele tekst.
>ik-vorm is 'delete' > Hij deletet de gehele tekst

(back-uppen, finishen, barbecuën) 


Slide 25 - Slide

Syllabus werkwoordspelling
Opdr. 1 'De juiste vorm herkennen'
Opdr. 2 'De SpelSpieker gebruiken
Opdr. 3 'Engelse werkwoorden'
Opdr. 4 'Onregelmatige werkwoorden'

Slide 26 - Slide


Slide 27 - Open question


Slide 28 - Open question


A

Slide 29 - Quiz


A

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Mind map

Slide 32 - Mind map