h10 Schone aarde

H10 Schone aarde
Eindopdracht: schrijven van een beschouwende tekst
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H10 Schone aarde
Eindopdracht: schrijven van een beschouwende tekst

Slide 1 - Slide

Aan de slag
Klassikaal lezen Planeet in de penarie op blz. 114

Denkvraag:
1) wat is de manier van inleiden?
2) wat is de manier van afsluiten?

Maak: opdracht 5 
timer
7:00

Slide 2 - Slide

Lezen
Blz. 115 Zorgen voor het milieu

Slide 3 - Slide

Opdracht 6
Maken we gezamenlijk

Slide 4 - Slide

Filmpje
We gaan naar een kort filmpje kijken over het milieu.
Maak aantekeningen tijdens het kijken, dan kun je straks de vragen beantwoorden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Maken:
Opdracht 7 op blz. 117 

Slide 7 - Slide

Maken: opdracht 10
Je maakt een mindmap met de volgende deelonderwerpen:

kleding en spullen
eten en drinken
energie en afval

Hoe? In tweetallen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Opdracht
Aan de hand van de drie deelonderwerpen die je in je mindmap hebt uitgewerkt, schrijf je uiteindelijk een artikel.
Stap 1: je vult een schrijfplan in
Stap 2: je gaat je artikel schrijven met inleiding, drie deelonderwerpen en slot
Stap 3: toepassen kennis verbanden&signaalwoorden / hoofd-en bijzaken / deelonderwerp /kernzin/manier v inleiden/afsluiten

Slide 10 - Slide

SCHRIJFPLAN
1. wat is het?
2. wat is het doel?
3. hoe ziet het eruit?

Slide 11 - Slide

Schrijfplan
1. Dit is je basis voor je schrijfopdracht
2. Je denkt van tevoren na wat je wil gaan schrijven zodat je tekst een goede structuur heeft
3. Het is een schema dat je krijgt uitgedeel (ook in Classroom)

Je vult eerst je schrijfplan in, daarna pas schrijven. Let op: geen hele zinnen! Alleen steekwoorden (behalve de kernzin)

Slide 12 - Slide

Je beschouwing
-heeft twee deelonderwerpen (de kern/middenstuk)
-elk deelonderwerp begint met een kernzin (=hoofdzaak). Die werk je verder uit (=bijzaken).
-elk deelonderwerp = 1 alinea = 1 onderwerp dat je behandelt
-elk deelonderwerp heeft een tussenkopje dat het onderwerp van die alinea aangeeft.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Titel
inleiding (kies 1 van de 4 manieren)
kernzin deelonderwerp 1
kernzin deelonderwerp 2
slot (kies 1 van de 3 manieren)

Slide 14 - Slide

Feedback schrijfopdracht  
-Titel en tussenkopje beginnen met een hoofdletter.
-Je zet boven inleiding en slot geen tussenkopje.
-Geen dubbele punt na je tussenkopje.
-Tussenkopje=je deelonderwerp en haal je uit je kernzin.
-Maak gebruik van signaalwoorden! (Want, doordat, ook...)
-Niet naar jezelf ('ik') verwijzen of naar je eigen tekst ('in dit artikel lees je....')
-Getallen tot en met 20 schrijf je in letters, niet in cijfers. Tenzij het een percentage, datum of een andere eenheid is.

Slide 15 - Slide

Aan de slag
-Pas je tekst op Classroom aan naar aanleiding vd feedback.
  Dit doen we 10 min. in stilte.

-Klaar? Inleveren. Dan lees je de uitgedeelde tekst.
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Werken aan toetsopdracht.       
1) je krijgt een tekst over Plastic Soep uitgedeeld en we kijken naar een filmpje over plastic soep.
2) je maakt hiervan een mindmap: hoofdonderwerp + deelond.
3) je vult een schrijfplan in. Je denkt goed na over hoe je je tekst gaat schrijven dus over je deelonderwerpen  + kernzinnen.
4) je schrijft volgende week de tekst (beschouwing) in de klas. Het schrijfplan, je voorbereiding, hou je erbij. Dit schrijfplan is dus belangrijk! Zorg dat je het goed invult. 

Slide 17 - Slide

Werken aan toetsopdracht.       
1) we kijken naar een filmpje over plastic vervuiling op zee.

Belangrijk: maak een mindmap. De informatie kun je namelijk goed gebruiken ter voorbereiding op het schrijven van je beschouwing, de toetsopdracht.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

We lezen nu de tekst
'Plastic soep'

Slide 20 - Slide

Opdracht
Je maakt een mindmap over de tekst. Deze lever je eind van de les in.

Wat is het hoofdonderwerp?
Wat zijn de deelonderwerpen?
Welke informatie hoort bij welk deelonderwerp?

Slide 21 - Slide

Feedback
-Niet verwijzen naar jezelf of je artikel, dus niet 'in deze tekst' 'ik'
-Niet de lezer rechtstreeks aanspreken, dus niet 'jij' of 'jullie' gebruiken.
- Titel en tussenkopje begint met hoofdletter maar zet er geen
   punt achter
- Boven de inleiding en het slot hoort geen tussenkopje.
- De gevolgen VOOR de natuur (niet: op de natuur).
- Voegwoorden gebruik je tussen 2 zinnen, niet aan het begin van een zin.
Je begint je zin dus niet met Waardoor /En/Bijvoorbeeld.

Slide 22 - Slide

Voegwoorden, wat zijn dat?
Ik lig in bed. Ik ben moe.
De hond blaft. Hij hoort een gek geluid.
Hij is boos. Hij is verdrietig.
Die man draagt dikke handschoenen. Het is 30 graden.
Ik neem popcorn. Ik neem cola.

En nu: ik heb een onvoldoende gehaald / ik heb niet geleerd.

Slide 23 - Slide

Enkelvoudige zinnen
Ik heb geen tijd. Ik ben druk bezig met huiswerk.

Hij eet niks. Hij vindt het niet lekker.

Ze gaat naar die horrorfilm. Ze houdt er niet van.
Samengestelde zin
Ik heb geen tijd, want ik ben druk bezig met huiswerk.

Hij eet niks, omdat hij het niet lekker vindt.

Ze gaat naar die horrorfilm maar ze houdt er niet van.

Slide 24 - Slide

Voegwoorden:
Dus, want, en , of, maar, doordat, waardoor, omdat, daardoor, bijvoorbeeld,.....

Slide 25 - Slide