Lesson 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Today 

1. StudyGo!
2. Grammar: possession & have to
3. Words, lesson 2
4. (Home)work
5. Looking back

Aan het einde van deze les..

1. .. kun je op de juiste manier bezit aangeven in een Engelse zin.
2. .. kun je de juiste vorm van 'have to' in een Engelse zin zetten. 
3. .. heb je kennis gemaakt met de words & phrases van lesson 2.

Practise words unit 1 to 6

Vul aan:
De present perfect gebruik je om....

Vul aan:
De present perfect maak je door....

Hoe weet je of je HAS of HAVE moet gebruiken?

Wat is belangrijk wanneer je het voltooid deelwoord van het werkwoord gebruikt?

Geef 2 voorbeelden van een 'adverb of frequency'.

Waar moet je op letten als het gaat over de plek van het 'adverb of frequency' in een zin?

3. Homework check

Homework was:

Maken:

• exc. 7 & 8 
• Unit 6, lesson 1: practise more (online)

Please, open p.99

Check together:

exc. 7&8

'Posession & have to'

Please, take out your notebook.

Kijk eens goed naar onderstaande zinnen: 

• This is Julia's bag.
• She borrowed Vera's chromebook.
• He needs one of Alexis's pens. 
  
  
• These are those girls' bags.
• I know my pupils' names

• Wat vertelt de 's / s' je in deze zinnen?

's / s' geeft in het Engels aan dat iets van iemand is

Goed opletten:

In het Nederlands gebruiken we 's om meervoud te schrijven. (pyjama's) In het Engels is dat dus NOOIT zo. 

Wat is het verschil tussen zin 1 en 2?

1. This is Julia's bag.

2. I know my pupils' names.

Eigen denktijd              random beurten

Wat is het verschil tussen zin 1 en 2?

1. He needs one of Alexis's pens.
   
2. Put that in the back of the car. 

Eigen denktijd              random beurten

Op een rijtje:

Als je wil zeggen dat iets van iemand is:

• Enkelvoud --> 's (Julia's bag)
• Meervoud, eindigt op -s --> ' (My pupils' name)

• Als je wil zeggen dat iets bij/van dingen, dieren of plaatsen is, dan gebruik je '..of...'. (The back of the car)

Together!

Als je de beurt krijgt, leg je uit op welke manier er in de zin bezit aangegeven wordt én uit  waarom dit op deze manier moet. 

1. This is Sarah's bike.
2. James's jacket is on the chair.
3. The students' books are on the table.
4. The color of the car is red.
5. The capital of France is Paris.

Your turn!

In pairs!

Schrijf de juiste bezitsvorm in je schrift. 

Overleg met elkaar en kom tot het juiste antwoord. Noteer de hele zin in je schrift. 

Als je de beurt krijgt, leg je je antwoord uit.

 

1. This is my __________ (brother) bike.
2. The __________ (students) coats are hanging in the hallway.
3. The streets in the __________ (center - the city) are very busy.
4. The __________ (legs - the table) are made of metal.
5. I borrowed __________ (Jess) pencil during the test.

Check together: Random beurten

Yourself!

1. We took the __________ (dog) ball to the park.
2. The __________ (teachers) room is next to the library.
3. I love the __________ (color of the sky) at sunset.
4. The __________ (girls) phones were on the table.
5. That is my __________ (father) car.
6. The  __________ (cat) tail is very fluffy.
7. __________ (Lucas) shoes are by the door.
8. The __________ (windows - the classroom) are open.
9. This is the __________ (boys) football.
10. The __________ (name - the restaurant) is “Bella Italia.”

Check together: Random beurten

Schrijf de juiste bezitsvorm in je schrift.

 Noteer de hele zin in je schrift. 

Als je de beurt krijgt, leg je je antwoord uit.

 

Ik kan op de juiste manier bezit aangeven in een Engelse zin. 

Wat betekent (doesn't) have to in onderstaande zinnen?

You have to go to school.

She doesn't have to go to school anymore, once she has a qualification.

Eigen denktijd              random beurten

(niet) moeten

Wanneer je wil zeggen dat iets moet (dat van buitenaf opgelegd wordt), dan gebruik je 'have to + hele werkwoord'. 

Bevestigend: 

have to + hele werkwoord

• I, you,
• we, they

has to + hele werkwoord

• she, he, it

Ontkennend: 

don't have to + hele werkwoord

• I, you,
• we, they

doesn't have to + hele werkwoord

• she, he, it

Vragend

Do - ow-  have to + hele werkwoord

• I, you,
• we, they

does - ow - have to + hele werkwoord

• she, he, it

Together!

Welke vorm van have to wordt er gebruikt? 
(let op +, - en ? / onderwerp)

En waarom?

1. I have to finish my homework before dinner.
2. He has to wear a uniform at work.
3. Do you have to finish your homework before dinner?
4. We don't have to bring our own lunch today.
5. They have to leave early to catch the train.
6. Does he have to clean his room every day?

In pairs

Vul de juiste vorm van have to in. 

Overleg met elkaar en kom tot het juiste antwoord. Noteer de hele zin in je schrift. 

Als je de beurt krijgt, leg je je antwoord uit.

 

1. My sister __________ wear glasses when she reads. (+)
2. We __________ bring our books tomorrow; the teacher said it’s OK. (-)
3. I __________ clean my room before my friends come over. (+)
4. Why __________ she __________ leave so early?
5. You __________ be quiet during the exam – it’s very important. (+)
6. He __________ help with the dishes if he doesn’t want to (-).

Check together: Random beurten

Yourself!

1. He __________ get up at 6 a.m. to catch the bus. (+)
2. We __________ do this assignment today; it’s not due yet. (-)
3. Why __________ you __________ wear a uniform at that school?
4. She __________ study a lot for the final exam. (+)
5. They __________ bring their own lunch to the picnic. (-)
6. Tom and I __________ clean the classroom after the lesson. (+)

Check together: Random beurten

Vul de juiste vorm van 'have to'  in. 

 Noteer de hele zin in je schrift. 

Als je de beurt krijgt, leg je je antwoord uit.

 

Ik kan de juiste vorm van 'have to' in een Engelse zin zetten. 

Please, open your coursebook on p.176

Please, open p.102 in your coursebook

LESSON 2

5. (Home)work

Friday May 23rd:

Maken:

• exc. 13 t/m 18 (p.106 t/m 111)

Reminder:

FRIDAY, MAY 23rd: DEADLINE VLOG!

Friday, June 6th:Vocab test, unit 1 t/m 6

Toetsweek: Skills test, unit 5 & 6

(Listening, reading & writing)

• Voor jezelf
• In stilte
• Tijd tot afsluiting van de les.
• Muziek mag
• Klaar? Dan leren via StudyGo.

Wat is het verschil tussen 's en s' als het gaat over bezit? (Iets is van iemand)