2h 31/03 chap 5

2h le 30/3 chap 5
Doel: jij kent een aantal lichaamsdelen in het Frans- 
Présents/absents
On parle français + lire le vocabulaire AB à la page 40
fais les exercices 6+7 
On regarde 2 films + activités

Devoirs: en ligne chap 5 exercices 1t/m5 Apprendre A 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2h le 30/3 chap 5
Doel: jij kent een aantal lichaamsdelen in het Frans- 
Présents/absents
On parle français + lire le vocabulaire AB à la page 40
fais les exercices 6+7 
On regarde 2 films + activités

Devoirs: en ligne chap 5 exercices 1t/m5 Apprendre A 

Slide 1 - Slide

Comment vas-tu aujourd'hui? 

Je suis en pleine forme.


Je suis fatigué - fatiguée

 Je suis crevé - crevée

Je suis amoureux - amoureuse.

je suis enrhumé(e)

Je suis triste. 

Slide 2 - Slide

Quel temps fait-il? 

Slide 3 - Slide

lire le vocabulaire AB à la page 40
Fais les exercices 6+7+8 à la page 14 et 15
Correction des exercices
On écoute les deux chansons

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

avoir mal à
on regarde le film
puis tu prends des notes, let op het woordje à!
Question: Wat gebeurt er met het woordje à ?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat heb je begrepen?
over de combinatie 
à + le
à + la
à + l'
à + les

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Fais les exercices 11abc 12abc
Correction des exercices 11 12
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Phrases clés p 21
Comment vas-tu?

Qu'est-ce que tu as ?

Tu vas voir le docteur/le médecin/le toubib ?
phrases clés p 21
Je ne suis pas en forme, je suis malade.
J'ai mal à la tête. J'ai 39 de  fièvre, je ne peux rien manger.
Oui, j'ai rendez-vous demain/après-demain.
Je reste au lit.

Slide 11 - Slide

La négation

Slide 12 - Slide

la négation
Wat weet je nog van de ontkenning?
De ontkenning bestaat uit .... ?

Slide 13 - Slide

La négation-Wat weet je nog?
nee
niet
niet meer
nog niet
geen
geen meer
nooit
nooit meer
niets
niemand
Waar staan de woorden van de ontkenning in een zin?
Regels
ne/n' staat achter ...
pas    staat achter ...
Na de ontkenning met deze werkwoorden:
aimer-adorer-détester-préférer- komt altijd le/la/l'/les
na 1 vorm van être schrijf je nooit "de".



Slide 14 - Slide

La négation-Wat weet je nog?
nee =  non
niet               = ne/n'.... pas
niet meer   =  ne/n'.... plus
nog niet      = ne/n'.... pas encore
geen            = ne/n'.... pas de
geen meer= ne/n'.... plus de
nooit-           = ne/n'.... jamais
nooit meer = ne/n'.... jamais plus
niets             = ne/n'.... rien      
niemand     = ne/n'.... personne     
Waar staan de woorden van de ontkenning in een zin?
Regels
ne/n' staat achter ...
pas    staat achter ...
Na de ontkenning met deze werkwoorden:
aimer-adorer-détester-préférer- komt altijd le/la/l'/les
na 1 vorm van être schrijf je nooit "de".



Slide 15 - Slide

Fais les exercices 16/17 à la page 22

Slide 16 - Slide