Gezondheidskunde 2 Les 3 Diabetes

• verzorging
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Ziekteleer

Les 2

Diabetes Mellitus

Programma

• Lesdoelen
• Terugblik             5  min
• Voorkennis        10 min
• Opdracht            15 min
• Quiz                       10 min
• Afsluiting 

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

• Kan de student het verschil tussen DM type 1 en 2 benoemen
• Weet de student welke behandelingsvormen er bestaan
• Herkent de student de symptomen tussen een hypo- en  hyperglycemie

Terugblik

Waar ging de vorige les over?

POST-IT 

Schrijf op wat jij al weet over Diabetes

Opdracht

• Maak tweetallen
• Ga opzoek naar informatie. Denk aan symptomen, oorzaak, voeding etc:

Groep 1: Diabetes type 1 

Groep 2:Diabetes type 2

Groep 3:Zwangerschapsdiabetes
Groep 4:Erfelijke diabetes : MODY, MIDD en Neonatale diabetes

Groep 5: Prediabetes 

Schrijf de informatie op in de vorm van een woordweb met steekwoorden.

Klassikaal bespreken

Diabetes betekent dat je bloedsuiker te hoog is omdat je lichaam geen of te weinig insuline kan gebruiken.

1. Waar
2. Niet waar

Type 1 diabetes komt meestal op oudere leeftijd voor.

1. Waar
2. Niet waar

Bij type 2 diabetes reageert het lichaam minder goed op insuline.

1. Waar
2. Niet waar

Na de bevalling verdwijnt zwangerschapsdiabetes meestal weer.

1. Waar
2. Niet waar

Vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad, hebben later meer kans op type 2 diabetes.

1. Waar
2. Niet waar

MODY is een vorm van diabetes die erfelijk is.

1. Waar
2. Niet waar

Een gezonde leefstijl kan helpen om complicaties van diabetes uit te stellen of te voorkomen

1. Waar
2. Niet waar

Type 1 diabetes ontstaat doordat het lichaam zelf insuline afbreekt

1. Waar
2. Niet waar

Mensen met type 1 moeten altijd insuline gebruiken.

1. Waar
2. Niet waar

Als je diabetes hebt, merk je dat altijd meteen.

1. Waar
2. Niet waar

Bij DM 2 ben je insuline afhankelijk

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de oorzaak van DM 2?

1. Er wordt geen insuline aangemaakt door de alvleesklier
2. De insuline-aanmaak is verminderd
3. Een ongezonde leefstijl
4. Overmatig sporten

Wat heb jij geleerd in deze les?
Typ minimaal 2 dingen

Afsluiting