Les 1. 4 havo H2.

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
  • Docent loopt ondertussen rond voor huiswerkcontrole
timer
3:00
1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
Als de timer is afgelopen heb je...
  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in je tas of telefoontas
  • Docent loopt ondertussen rond voor huiswerkcontrole
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Leg je telefoon weg (diep in je tas / telefoontas)

Slide 2 - Slide

Programma vandaag

- Wat weet jij nog over het klimaat, weer en landschapszones?
- Leren van de toets: wat ging goed? Wat kan je van de toets leren? Hoe kan je het de volgende keer nog beter doen?

Slide 3 - Slide

Startopdracht: welke kennis is er bij jou gesedimenteerd?

  • Wat?  Maken stencil startopdracht
  • Klaar? Doornemen boek H2
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Bespreken startopdracht

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Programma:

1. Wereldwijde luchtstromen
2. Zeestromen en klimaatgebieden
3. Landschapszones
4. Mens en landschap
5. Klimaat en landschap
6. Aardbevingen en vulkanen
7. Mens en natuur
8. Relaties: handel en investeringen
9. Relaties: bevolking en migratie


H2. Aarde: Klimaat en landschap

Slide 7 - Slide

Voorkennis: Wat weet jij nog?

Slide 8 - Slide

   Klimaat?

Slide 9 - Slide

Gemiddelde weer gemeten over periode van 30 jaar.

- temperatuur, vocht, neerslag, luchtdruk, bewolking.

Slide 10 - Slide

Weer vs klimaat?

Slide 11 - Slide

Gemiddelde periode 30 jaar 

versus 

momentopname temperatuur, neerslag, vocht, luchtdruk, bewolking .

Slide 12 - Slide

Landschap?

Slide 13 - Slide

Gebied met oorspronkelijke vegetatie

Slide 14 - Slide

Vegetatie?

Slide 15 - Slide

Plantengroei

Slide 16 - Slide

H2 Klimaat en landschap

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video



Veel klimaatwetenschappers geven aan: de mens levert een bijdrage aan het versnellen van klimaatverandering. 

Waarom is er dan nog steeds zoveel discussie over het klimaatvraagstuk in de politiek en het bedrijfsleven?

Slide 19 - Slide

Opdracht: Teken je werelddeel
Doel: nauwkeurige beschrijving werelddeel klimaat en landschap

Eisen: aanwezige klimaten (2 of meer), natuurlijke zones (plantengroei), de bevolking, breedteligging, hoogteligging (bijv. bergen), legenda, titel.
  
Hoe: tweetallen. 12 minuten

timer
12:00

Slide 20 - Slide

Patronen verklaren: voor verschillende klimaten

Slide 21 - Slide

klimaatfactoren bepalen welk klimaat overheerst in een gebied

Slide 22 - Slide

Binnen een landschapszone komen verschillende klimaten voor

Slide 23 - Slide

Er zijn 5 klimaatfactoren die klimaat het bepalen
  1. De geografische breedteligging
  2. Land-zeeverdeling (ligging t.o.v water, zeeën en oceanen)
  3. Hoogteligging
  4.  Ligging van gebergten (richting van bergruggen)
  5. Invloed van wind-en zeestromen

Slide 24 - Slide

Er zijn 5 klimaatfactoren die klimaat het bepalen
  1. De geografische breedteligging
  2. Land-zeeverdeling (ligging t.o.v water, zeeën en oceanen)
  3. Hoogteligging
  4.  Ligging van gebergten (richting van bergruggen)
  5. Invloed van wind-en zeestromen

Slide 25 - Slide

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is. 

 Dit komt doordat: 
1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 
2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 26 - Slide

Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 27 - Slide

Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging 0,6 graden)

Slide 28 - Slide

Ligging van gebergte
Algemene regel:
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.

Slide 29 - Slide

De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regels: 
1. Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.
2. Wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.

3. Warme zeestromen kennen meer verdamping en hebben een verwarmend effect. Koude zeestroom heeft minder verdamping en een verkoelend effect.

Slide 30 - Slide

Samengevat: conceptmap

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Verdiepen

Slide 33 - Slide

Pak je telefoon

LessonUp

Eigen naam.

Onzin naam = melden

Slide 34 - Slide

Welke klimaatfactor is van invloed op het sneeuwklimaat?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
afstand tot de zee
D
windrichting

Slide 35 - Quiz

Welke klimaatfactor is van invloed op een hooggebergteklimaat?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
afstand tot de zee
D
windrichting

Slide 36 - Quiz

Welke klimaatfactor is van invloed op een zeeklimaat?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
afstand tot de zee
D
windrichting

Slide 37 - Quiz

Welke klimaatfactor zal invloed hebben op de temperatuur in de stad?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
windrichting
D
gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 38 - Quiz

Toets bespreken




- In tweetallen de toets nakijken. Welke opgaven vonden jullie het lastigst?
- Vul vervolgens het reflectieformulier in. Deze lever je bij de docent in. 

timer
20:00

Slide 39 - Slide

Klassikaal toets bespreken
- De meest lastigste opgaven waren...?

Slide 40 - Slide