What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Répétition grammaire chapitre 5 havo-2
Le passé composé
J’ai parlé
Il a répondu
Tu as fini
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Le passé composé
J’ai parlé
Il a répondu
Tu as fini
Slide 1 - Slide
Le passé composé avec être
Een passé composé moet je bij sommige werkwoorden maken met être (zijn) in plaats van avoir (hebben)
Het verschil is: bij een p.c. met être, dien je soms een letter aan het voltooid deelwoord toe te voegen
Quelques exemples sur le diapo prochain Page 64
Slide 2 - Slide
Des exemples
aller = gaan partir = vertrekken
Il est allé il est parti
Elle est allé
e
elle est parti
e
Ils sont allé
s
ils sont parti
s
Elles sont allé
es
elles sont parti
es
Slide 3 - Slide
Wanneer être?
tomber --> il
est
tombé
elle
est
tombé
e
descendre --> il
est
descendu
elle
est
descendu
e
sortir --> il
est
sorti
elle
est
sorti
e
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Un exercice
Mettez les verbes correctement au passé composé avec le verbe être.
Attention! Het antwoord moet bestaan uit:
onderwerp + hulpwerkwoord (être) + voltooid deelwoord
Gebruik geen punten achter je antwoorden!
Slide 6 - Slide
Il (sortir)
Slide 7 - Open question
Elles (rentrer)
(Let op de accenten!)
Slide 8 - Open question
Un peu plus difficile...
Marie dit:’’Je (partir).’’
Slide 9 - Open question
Kijk goed of je een passé composé met avoir of être moet maken:
Elles (vendre)
Slide 10 - Open question
Les verbes en -re (le présent)
Page 67
Exemple: répondre
Om het te vervoegen, haal je -re weg en voeg je de goede uitgang toe
Slide 11 - Slide
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils / elles
répond
s
répond
ons
répond
répond
s
répond
ez
répond
ent
Slide 12 - Drag question
Les verbes en -re (le passé composé)
Onderwerp + hulpwerkwoord (avoir of être) + voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord = werkwoord -re, +u
répond
re
--> répond
u
il a répondu
Slide 13 - Slide
Activité
Maak van de volgende werkwoorden op -re een correcte passé composé
Attention! Je antwoord moet bestaan uit:
onderwerp + hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
(il) (a) (répondu)
Slide 14 - Slide
Tu (rendre)
Slide 15 - Open question
More lessons like this
Répétition grammaire chapitre 5 havo 2
April 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Répétition grammaire chapitre 5 havo-2
April 2020
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Passé composé op -er met avoir of être
November 2022
- Lesson with
15 slides
Frans
Enseignement Secondaire
24.2 - partir / sortir herhaling
May 2023
- Lesson with
48 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 3 - CH3 - D Grammaire; Le passé composé
February 2024
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
(8) grammaire II p.c. être
September 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
14-11 p.c.
November 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Regelm. ww op -er présent + p.c.
January 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Enseignement Secondaire