Rekenen thema 2 werkblad 1 plusgroep

Rekenen werkblad 1
Waar gaat het over vandaag?

-Rekenen met kommagetallen

56,5 - 23,48 = .....

3,2 + 1,489 = ......

1 / 42
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenen werkblad 1
Waar gaat het over vandaag?

-Rekenen met kommagetallen

56,5 - 23,48 = .....

3,2 + 1,489 = ......

Slide 1 - Slide

Lesdoel:


Ik kan de waarde van kommagetallen onderscheiden. (0,6 is groter dan 0,06) 

En ik kan kommagetallen bij elkaar optellen en aftrekken ongeacht de waarde van het kommagetal. (62,005 - 8,192 =)

Slide 2 - Slide

Hoe reken ik de volgende som uit?

46,5 - 28,08 =

Slide 3 - Open question

Reken uit:

835,7 - 18,655 =

Slide 4 - Open question

Reken uit:

62,84 + 45,4 =

Slide 5 - Open question

Rekenen werkblad 2

Waar gaat het over vandaag?

keersommen met kommagetallen

5 x 7,1 = .....
0,5 x 0,3 = .....

Slide 6 - Slide

Lesdoel:
Ik weet hoe ik keersommen met kommagetallen handig kan uitrekenen. Ik probeer zo min mogelijk fouten te halen.

8,2 x 0,2 =

Slide 7 - Slide

Wat is een handige manier om keersommen met kommagetallen uit te rekenen?

Slide 8 - Open question

uitrekensom + antwoord
2,5 x 0,8 =

Slide 9 - Open question

Reken uit:
6 x 6,8 =

Slide 10 - Open question

Vorige les:
0,82 x 2 =

Slide 11 - Open question

0,05 x 0,3 =
250 x 0,008 =

Slide 12 - Open question

Rekenen werkblad 3

Wat gaan we doen vandaag?
- delen met kommagetallen

0,3 : 6 =
0,3 : 0,6 =

Slide 13 - Slide

Lesdoel:
Ik kan deelsommen met kommagetallen handig uitrekenen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Hoe los ik deze som handig op?
0,6 : 0,3 =

Slide 16 - Open question

Los maar op:
4,5 : 0,15 = ......

Slide 17 - Open question

Los onderstaande sommen maar op:

15 : 1,5 =

4 : 0,2 =

0,96 : 0,16 =

Slide 18 - Slide

Wie vindt het nog lastig? Geef je
antwoord met ja of nee

Slide 19 - Open question

Vorige les


Delen met kommagetallen:     0,80 : 0,4 =

Hoe kan ik deze sommen handig uitrekenen?

Slide 20 - Slide

0,96 : 0,16 =

Slide 21 - Open question

Rekenen werkblad 4
Wat gaan we doen vandaag?

- oefenen met breuken en kommagetallen
1
           2 = 0,5

Slide 22 - Slide

Lesdoel:
Ik kan bij minimaal 5 breuken het juiste kommagetal opschrijven en bij minimaal 5 kommagetallen de juiste breuk opschrijven.

Slide 23 - Slide

Schrijf minimaal 3 breuken met het juiste kommagetal op. Bv. 1/4 = 0,25

Slide 24 - Open question

Van breuk naar kommagetal

3
5     naar een kommagetal

Denk voor het gemak aan kilometers 

3
5 van 1000 meter = 600 meter
                                                 3
600 meter = 0,6 km dus    5 = 0,6 

Slide 25 - Slide

Welke kommagetallen horen bij
1/4 2/5 3/10 ?

Slide 26 - Open question

Van kommagetal naar een breuk

0,6 naar een breuk

Spreek het kommagetal voor jezelf uit

                            zes tiende
                                                                                     6
Vaak hoor je dan welke breuk erbij hoort       10  

Slide 27 - Slide

Welke breuk hoort bij de kommagetallen?
0,4 0,11 0,25

Slide 28 - Open question

Welke is groter?

0,4 of 3/10

Slide 29 - Open question

Welke is groter
0,05 of 1/20

Slide 30 - Open question

Uit je hoofd

1                                      1
2                                     10

1                                      1
4                                     3

1
5

Slide 31 - Slide

Lesdoel behaald?


Lesdoel:
Ik kan bij minimaal 5 breuken het juiste kommagetal opschrijven en bij minimaal 5 kommagetallen de juiste breuk opschrijven.

Slide 32 - Slide

Schrijf 5 breuken op met het juiste kommagetal.

Slide 33 - Open question

Rekenen werkblad 5
Wat gaan we doen vandaag?

- delen met kommagetallen in verhaaltjessommen

- keersommen met kommagetallen in verhaaltjessommen

Slide 34 - Slide

Lesdoel:
Ik kan keersommen en deelsommen met kommagetallen met zo min mogelijk fouten uitrekenen.

Ik kan de juiste keersom of deelsom uit een verhaaltje of tabel halen.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Rekenen werkblad 6
Wat gaan we doen vandaag?

- oppervlakte berekenen
-kosten berekenen

Slide 38 - Slide

Lesdoel:
Ik kan door gebruik te maken van de lengte en de breedte van een terras en de genoemde prijzen:
 
-de oppervlakte uitrekenen 
-het aantal benodigde tegels uitrekenen 
-de kosten berekenen.


Slide 39 - Slide

Hoe bereken ik de oppervlakte?

Slide 40 - Open question

Bereken de oppervlakte in meters

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide