3.6 Hersenen

De hersenen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De hersenen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kan de verschillende onderdelen van de hersenen met hun functies benoemen

Slide 2 - Slide

De hersenen
Alleen leren blz. 84 van 3.6!

De hersenen bestaan uit:
- grote hersenen
- kleine hersenen
- hersenstam

Slide 3 - Slide

De grote hersenen

Zorgen voor bewustwording. Delen hebben hun eigen taak (hersencentra), maar werken de hele dag samen.

Zintuigen zijn via zenuwcellen verbonden met de hersenen.

Slide 4 - Slide

Extra info
- Hersencentra werken de hele dag samen
- Spraakcentrum: gebied van Broca en Wernicker
- Broca: zorgt voor spreken
   Schade in dit deel: je weet wat je wilt zeggen, maar
   het lukt niet om een zin te maken.
- Wernicke: zorgt voor taalbegrip
   Schade in dit deel: je kunt redelijk goed praten, 
   maar weet niet goed wat je zegt en vergeet woorden.


Slide 5 - Slide

De kleine hersenen
Zorgen voor coördinatie van bewegingen en evenwicht. 

Verwerken informatie uit ogen en evenwichtszintuigen, sturen spieren aan

Slide 6 - Slide

De hersenstam
Verbinding grote/kleine hersenen met het ruggenmerg

Centra voor onbewuste processen (hartslag, ademhaling). 

Regelt reflexen (= onbewuste beweging)

Slide 7 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 3.4 en 3.6
Maken: opdracht 2 t/m 14 (3.4) en 2 t/m 4 (3.6)

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna leren voor de toets

timer
8:00

Slide 8 - Slide

Schuif de woorden naar de juiste plek
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg

Slide 9 - Drag question

Dronken mensen kunnen niet meer recht lopen. Welk deel van de hersenen werkt dan slechter?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 10 - Quiz

Bij 'comazuipen' drinken mensen zo veel dat hun ademhaling ermee stopt. Welk deel van hun zenuwstelsel valt dan uit?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 11 - Quiz