This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Als je voornaam begint met een letter A t/m L dan stuur je hier een foto van blz 170. Voorletters M t/m Z sturen een foto van blz. 172
Slide 2 - Open question
Meeldraden horen bij de
A
Mannelijke voortplantingsorganen
B
Vrouwelijke voortplantingsorganen
Slide 3 - Quiz
Een zaadbeginsel vind je in
A
Een vruchtbeginsel
B
Een stempel
C
Een meeldraad
D
Een stijl
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Nummer 3 is...
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Na deze les kun je...
Uitleggen wat bevruchting is
Uitleggen hoe een stuifmeelkorrel bij een eicel komt
Benoemen wat een kiem en wat een zaad is
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Bestuiving (Bs2)
Slide 11 - Slide
Bestuiving (Bs2)
->Bs3
Slide 12 - Slide
Bevruchting bij een mens
Slide 13 - Slide
Bevruchting bij een plant
Bevruchting bij een plant
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
In één vruchtbeginsel kunnen meerdere zaden zitten
Slide 18 - Slide
In één vruchtbeginsel kunnen meerdere zaden zitten
Ieder zaadje komt door bevruchting = 1 eicel + 1 stuifmeelkorrel
Slide 19 - Slide
In één vruchtbeginsel kunnen meerdere zaden zitten
Ieder zaadje komt door bevruchting = 1 eicel + 1 stuifmeelkorrel
Iedere stuifmeelkorrel had zijn eigen stuifmeelbuis
Slide 20 - Slide
Hoeveel stuifmeelbuizen heb je nodig als je alle zaden wilt bevruchten van:
1 plant
Met 2 bloemen
Met ieder 3 vruchtbeginsels
En met 4 zaadbeginsels per vruchtbeginsel
Slide 21 - Slide
In één vruchtbeginsel kunnen meerdere zaden zitten
Ieder zaadje komt door bevruchting = 1 eicel + 1 stuifmeelkorrel
Iedere stuifmeelkorrel had zijn eigen stuifmeelbuis
Dus voor 1 appel met 5 zaden heb je nodig:
-1 vruchtbeginsel
-5 zaadbeginsels, met daarin 5 eicellen
-5 stuifmeelkorrels, met ieder 1 stuifmeelbuis
Slide 22 - Slide
1 vrucht met 6 zaden
1 stamper
1 vruchtbeginsel
6 stuifmeelkorrels
6 stuifmeelbuizen
6 zaadbeginsels
6 eicellen
6 kiemen
Kiem
Plantje in het zaad
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
Bestuiving
Bevruchting
Stuifmeelbuis
Slide 25 - Drag question
In één vruchtbeginsel kan maar één bevruchting plaatsvinden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Een bevruchte eicel groeit uit tot ____________ en die zit in een ____________
Zaad
Kiem
Slide 27 - Drag question
In de afbeelding heeft er bestuiving plaatsgevonden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
In de afbeelding heeft er bevruchting plaats gevonden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Een stuifmeelkorrel komt terecht op een stempel.
De kern van een stuifmeelkorrel versmelt met de eicelkern.
In een helmhokje ontstaan pollen.
Een stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis.
Slide 30 - Drag question
Een plant heeft _____ bloem. In deze bloem zitten 2 stampers. Deze bloem heeft daarom ___ vruchtbeginsels. In ieder vruchtbeginsel zitten 5 zaadbeginsels. De hele plant kan maximaal ___ zaden maken. Er komen door bestuiving 7 stuifmeelkorrels op de plant. Er komen ___ zaden