8.4 Veranderende ecosystemen

Vandaag
Herhaling stikstofkringloop + eutrofiëring (8.3)
Uitleg successie (8.4)

Aan de slag




1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Vandaag
Herhaling stikstofkringloop + eutrofiëring (8.3)
Uitleg successie (8.4)

Aan de slag




Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Stikstofkringloop

Slide 3 - Slide

EUTROFIERING

Slide 4 - Slide

Eutrofiëring en waterbloei

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke organismen uit de stikstofkringloop worden juist onder zuurstofloze omstandigheden heel actief?
A
nitrificerende bacteriën
B
denitrificerende bacteriën
C
ammonificerende bacteriën
D
knolletjesbacteriën in de wortels van vlinderbloemigen

Slide 8 - Quiz

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 9 - Quiz

Hoe kan 'N' verdwijnen uit de stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 10 - Quiz

Gebruik BINAStabel stikstofkringloop (93H?)
A
De bacteriën zetten anorganische stikstofverbindingen om in andere anorganische stikstofverbindingen
B
De bacteriën zetten anorganische stikstofverbindingen om in organische stikstofverbindingen
C
De bacteriën zetten organische stikstofverbindingen om in anorganische stikstofverbindingen
D
De bacteriën zetten organische stikstofverbindingen om in andere organische stikstofverbindingen

Slide 11 - Quiz


Welke kringloop is hiernaast weergegeven?
A
Voedselkringloop
B
Koolstofkringloop
C
Stikstofkringloop
D
Fotosynthese/verbranding kringloop

Slide 12 - Quiz

Om de oorzaak van de verrijking op de eilanden met graslandbegroeiing te achterhalen, is het gehalte aan de stikstofisotoop 15N op verschillende plaatsen gemeten. In lucht is de ratio 15N/14N zeer klein (0,0037). Organismen die hun stikstofverbindingen rechtstreeks opbouwen uit stikstof uit de lucht hebben ook een zeer laag 15N-gehalte in hun weefsels. In de voedselketen stijgt de ratio 15N/14N vervolgens bij elk volgend trofisch niveau. Processen die deel uitmaken van de stikstofkringloop, zijn:
1 denitrificatie, 2 nitrificatie, 3 rotting, 4 biologische stikstoffixatie, 5 fotochemische stikstoffixatie
Door welk of door welke van deze processen komt 15N uit de lucht in de voedselketen terecht?
A
Alleen 1 en 3
B
Alleen 2 en 4
C
Alleen 3 en 5
D
Alleen 4 en 5

Slide 13 - Quiz

Welke kringloop/kringlopen zijn bij eutrofiëring verstoord?
A
Koolstofkringloop
B
Stikstofkringloop
C
Koolstofkringloop en stikstofkringloop

Slide 14 - Quiz

Successie
Verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap
Successie
Verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap

Slide 15 - Slide

Van kale bodem naar bos
Begin: Pioniersstadium met de eerst planten.
Verandering van soortensamenstelling in de tijd: successie
Na verloop van tijd ook dieren: door begrazing en bemesting
Andere plantensoorten krijgen een kans
Na lange tijd: onveranderlijke climaxstadium

Secundaire successie - successie na een verstoring

Slide 16 - Slide

Successie

Slide 17 - Slide

Successie 

Slide 18 - Slide

Primaire successie

- Er is niets meer over van de oorspronkelijke (vruchtbare) grond
- De successie begint vanaf niets

Bijv. na enorme verwoesting
Secundaire successie

- De vruchtbare (hummus)laag blijft zitten
- De successie hoeft niet helemaal vanaf niets te beginnen

Bijv. na lichte schade

Slide 19 - Slide

Pioniersecosysteem
Beginstadium successie
Weinig biodiversiteit
Makkelijk te verstoren
Climaxecosysteem
Eindstadium successie
Veel biodiversiteit
Evenwicht

Slide 20 - Slide

Exoten
Exoten: soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem

Invasieve exoot: brengt een ernstige verstoring teweeg in het ecosysteem (kan bijv. een plaag vormen, of ten koste gaan van andere soorten. Denk aan voedselconcurrent, predatie etc.)

Slide 21 - Slide

Exoten

Slide 22 - Slide

1. In een ecosysteem wordt de populatie nooit groter
2. De populatiegrootte schommelt meestal rond het biologisch evenwicht
A
1= niet waar 2=niet waar
B
1 = waar 2=waar
C
1=niet waar 2=waar
D
1=waar 2=niet waar

Slide 23 - Quiz


Welk van de afbeeldingen geeft successie juist weer?

(rood = pioniersoort; blauw = climaxsoort)

x-as tijd; y as: populatiegrootte


A
Linksboven
B
Rechtsboven
C
Linksonder
D
Rechtsonder

Slide 24 - Quiz

Wat ga je nu doen? 
- Lezen 8.4
 - 8.4 maken opdr: 56, 60, 61, 64, 66 en 69

Let op: donderdag laatste les van mij
Let op: volgende week ben ik er niet. Jullie ronden in die week zelf dit hoofdstuk af door de toepassing + oude examenopdrachten te maken (blz. 269 t/m 273)

              


Slide 25 - Slide