2HV - AKL - Les 16

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

AKL - 9 de febrero

Programa

• Oefenen SO Voca

--> 10 minuten leren/ ongeveer 5 minuten oefenen

--> 2.1/ 2.2/ 2.3 + Roze werkwoordenblad 

• Terugkoppelen regelmatige werkwoorden

1 winkelen 2 de bank 3 rechtdoor 4 leuk 5 de buurvrouw 6 ver 7 het nummer 8 werken 9 aangenaam 10 nu

2.1

Programa

• Oefenen SO Voca

--> 10 minuten leren/ ongeveer 5 minuten oefenen

--> 2.1/ 2.2/ 2.3 + Roze werkwoordenblad 

• Terugkoppelen regelmatige werkwoorden

1 bekijken 2 de bushalte 3 de straat 4 hier 5 el restaurante 6 de kledingwinkel 7 ik vind leuk 8 het centrum 9 de foto 10 tot morgen!

2.2

Programa

• Oefenen SO Voca

--> 10 minuten leren/ ongeveer 5 minuten oefenen

--> 2.1/ 2.2/ 2.3 + Roze werkwoordenblad 

• Terugkoppelen regelmatige werkwoorden

1 drinken 2 verkopen 3 weet je 4 de chocolade 5 alstublieft 6 het vlees 7 bedankt 8 de vader 9 de nicht 10 wat?

2.3

Buscar

WW 1-25

1. drinken
2. zoeken
3. zeggen
4. schrijven

Dar

1. dansen
2. praten
3. zingen
4. geven

Escuchar

1. luisteren
2. drinken
3. tekenen
4. dansen

Conocer

1. leven
2. schrijven
3. praten
4. kennen

Saber

1. gaan
2. luisteren
3. weten
4. zoeken

Pedir

1. lezen
2. doen, maken
3. vragen, bestellen
4. eten

Van hele werkwoorden naar vervoegen

Stap 1: Maak de stam van het hele werkwoord 

(Werkwoord - AR/ ER/ IR)

Stap 2: Kijk in de zin over welke persoon je iets wilt zeggen

Stap 3: Zet de juiste uitgang achter de stam 

(-AR/-ER/-IR werkwoord)

LET OP! Accenten bij ÁIS/ ÉIS/ ÍS

Vervoeg:
Mi madre (comprar) ... un libro.

Vervoeg:
Tú (escribir) ... bonito.

Vervoeg:
Juan y tú (leer) ... en casa.

Wat betekent in het Nederlands: 'espero'

Wat betekent in het Nederlands: 'vivimos'

Wat betekent in het Nederlands: 'escribís'

Wil je nog meer oefenen -AR-ER -IR werkwoorden?

1. Verbos -ar oefenen: klik hier
2. Verbos -er oefenen: klik hier
3. Verbos -ir oefenen: klik hier

Wat weet je nog van het
werkwoord SER?

Zet de juiste vorm van SER in de zin.
1. Mi madre ____ alta, yo _____ bajo
2. Alberto y María _____ argentinos
3. ¿Tú _________ española, Teresa? No ____ mexicana
4. ¿Vosotros _____ hermanos?
5. Sanne y yo ______holandeses pero Natalia y Jorge ________italianas

Oefenen voor de volgende toets

Week 7 t/m 11 februari

2.1 --> Klik hier

2.2 --> Klik hier

2.3 --> Klik hier