1.3 Sta je sterk als consument?

Wat heb je in de vorige lessen geleerd?
1 / 48
next
Slide 1: Mind map
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Wat heb je in de vorige lessen geleerd?

Slide 1 - Mind map

Een auto kost 11.500 euro. Je krijgt 11,1% korting. Bereken hoeveel korting je krijgt

Slide 2 - Open question

Waardoor verschillen behoeften? Noem er minimaal 2, 3 is perfect

Slide 3 - Open question

Welke twee soorten beïnvloeding ken je?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil tussen ideële en commerciële reclame

Slide 5 - Open question

Leerdoelen 1.3 en 1.4
  • Je kunt uitleggen hoe consumentenorganisaties jou als consument kunnen helpen
  • Je weet hoe de overheid jou als consument helpt met regels in de wet
  • Je weet wat je hebt aan garantie
  • Je weet wat voor soorten inkomsten er zijn
  • Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen
  • Je kunt bedragen omrekenen van een week naar een maand en omgekeerd
  • Je weet welke drie groepen uitgaven er zijn
  • Je kunt berekenen hoeveel geld je per maand moet reserveren

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waar kijk jij naar als je iets koopt?

Slide 10 - Mind map

Consumentenorganisatie
Doen onderzoek voor de consument. Dit om jou het beste advies te kunnen geven. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

1. Vergelijkend warenonderzoek

Slide 15 - Slide

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:
A
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
B
DEZELFDE SOORT PRODUCTEN
C
DEZELFDE MERKEN
D
VERSCHILLENDE DIENSTEN

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat als het stuk gaat bij redelijk gebruik?

Dan de winkel drie dingen doen: 
  • Repareren
  • Vervangen
  • Geld terug

Slide 18 - Slide

Winkels en kassabon
Waarom geven winkels gelijk
geld terug als je de bon kan laten zien?
Hoeft toch niet!!
  1. Eerst repareren
  2. Vervangen 
  3. ...... en dan pas geld terug.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

GARANTIE DUURT MINIMAAL 3 JAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

1.4 Kom je uit met je geld? (deel 1)
Bekijk thuis de video op de volgende dia!!

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

NVWA is de afkorting van
A
Nederlandse vereniging water afname
B
Nederlandse Vereniging Waren Afname
C
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
D
Nieuwe Vakvereniging Waren Autoriteit

Slide 37 - Quiz

Welk bedrijf is een consumentenorganisatie?

A
Consumentenbond
B
KPN
C
Ziggo
D
Coolblue

Slide 38 - Quiz

Wat zijn deze afbeeldingen?
A
Keurmerk
B
Vergelijkingssite
C
Consumentenorganisatie
D
Huismerken

Slide 39 - Quiz

DE CONSUMENTENBOND IS GEEN CONSUMENTENORGANISATIE
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 40 - Quiz

Hoe noem je een onafhankelijk onderzoek ?
A
producten onderzoek
B
consumenten onderzoek
C
warenonderzoek
D
vergelijkend warenonderzoek

Slide 41 - Quiz

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK MAAKT RECLAME VOOR EEN PRODUCT
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 42 - Quiz

Een vergelijkend warenonderzoek is een onderzoek naar:
A
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
B
DEZELFDE SOORT PRODUCTEN

Slide 43 - Quiz

Welke van deze organisaties zijn consumentenorganisaties?
A
Apple
B
ANWB
C
Consumentenbond
D
Albert Heijn

Slide 44 - Quiz

Consumentenorganisaties doen onderzoek naar gelijksoortige producten van verschillende merken. Hoe heet zo'n onderzoek ?
A
vergelijkend warenonderzoek
B
merkonderzoek
C
producten onderzoek
D
prijs onderzoek

Slide 45 - Quiz

In welke geval heb je recht op garantie?
A
het krop sla van de supermarkt is na een week bruin geworden
B
je nieuwe Playstation wil niet meer aan
C
je wil je PS2 laten repareren
D
je fiets heeft een lekke band

Slide 46 - Quiz

De NVWA controleert of iedereen zich aan de .............. houdt. Welk begrip mist?
A
warenwet
B
garantie
C
(vergelijkend) warenonderzoek

Slide 47 - Quiz

Een product dat bij normaal gebruik goed werkt is een ... product
A
Goed werkend
B
Deugdelijk
C
Ondeugdelijk
D
Miskoop

Slide 48 - Quiz