Samenvatting Nsk1 3GT

Vandaag KWT
Herkansing H8 Het weer
  • Samenvatting H8
  • Vragen over oefentoets?

Geen herkansing Nsk1 => Zelfstandig werken (=> in stilte!)
  • Leren voor andere herkansing
  • Online aan de slag met H1 Vaardigheden (evt uit boek)
  1. rekenvaardigheden
  2. Practicumvaardigheden
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag KWT
Herkansing H8 Het weer
  • Samenvatting H8
  • Vragen over oefentoets?

Geen herkansing Nsk1 => Zelfstandig werken (=> in stilte!)
  • Leren voor andere herkansing
  • Online aan de slag met H1 Vaardigheden (evt uit boek)
  1. rekenvaardigheden
  2. Practicumvaardigheden

Slide 1 - Slide

3GT.nsk12

Slide 2 - Slide

Vandaag
Herkansing H8 Het weer
  • Samenvatting H8
  • Vragen over oefentoets?

Geen herkansing Nsk1 => Zelfstandig werken (=> in stilte!)
  • Leren voor andere herkansing
  • Online aan de slag met H1 Vaardigheden (evt uit boek)
  1. rekenvaardigheden
  2. Practicumvaardigheden

Slide 3 - Slide

Samenvatting H8 Het weer

Slide 4 - Slide

3gt.nsk12         H8 Het weer
  • 8.1 Starten
  • 8.2 Temperatuur
  • 8.3 Wolken en neerslag
  • 8.4 Wind
  • 8.5 Extreem weer 
  • PTA H8 op 12 oktober 2023

Slide 5 - Slide

3gt.nsk13         H8 Het weer
  • 8.1 Starten
  • 8.2 Temperatuur
  • 8.3 Wolken en neerslag
  • 8.4 Wind
  • 8.5 Extreem weer 
  • PTA H8 op 11 oktober 2023

Slide 6 - Slide

kernpunten samenvatting
  • Verschillende thermometers
  • Graden Celsius (°C) versus Kelvin (K)
  • Fase (-overgangen)
  • Rekenen luchtvochtigheid
  • Omrekenen (lucht)-druk
  • Hoge- en Lage-luchtdrukgebied
  • Overdruk / onderdruk en daarbij rekenen!
  • Ontstaan wolken/onweer
  • Bliksem en donder

Slide 7 - Slide

Verschillende thermometers
3 verschillende typen thermometers
  • digitaal
  • vloeistof
  • bimetaal

Voorbeelden thermometers
  • koorts thermometer
  • kookthermometer
  • thermostaat
  • aquarium thermometer
  • ...

Slide 8 - Slide

bimetaal thermometer
  • Een bimetaal bestaat uit twee trips van verschillende metalen die stevig met elkaar zijn verbonden.
  • Als de temperatuur stijgt, zet de ene strip sterker uit dan de andere. Hierdoor trekt het bimetaal krom.
  • Bij verwarmen zet Messing zet meer uit dan staal => buitenbocht

Slide 9 - Slide

Absolute nulpunt
  • Dit is de temperatuur waarbij de moleculen helemaal stil liggen.

0 Kelvin
=
  • - 273 graden Celcius

Slide 10 - Slide

Deeltjesmodel en fase-overgangen
De drie eigenschappen van het deeltjesmodel  
  • moleculen veranderen niet, bewegen altijd en trekken elkaar aan
De drie fasen van een stof
  • vast, vloeibaar en gasvormig
De 6 fase overgangen van een stof
  • sublimeren, rijpen
  • verdampen, condenseren
  • stollen/bevriezen, smelten

Slide 11 - Slide

luchtvochtigheid
Wat is luchtvochtigheid?
  • luchtvochtigheid is de hoeveelheid  waterdamp (g/m3) in de lucht.
Wat is relatieve luchtvochtigheid?
  • geeft de hoeveelheid waterdamp, t.o.v. de maximale                                                                         mogelijke hoeveelheid waterdamp, in procenten
Rel. Luchtvochtigheid = 
         hh waterdamp in lucht : max. hh waterdamp x 100%

Slide 12 - Slide

Opgave
Buiten is het 23 °C warm en bevat de lucht 15 g/m3 waterdamp.
* Wat is de relatieve luchtvochtigheid in de lucht bij deze temperatuur?
  • hh waterdamp in lucht = 15 g/m3
  • max. hh waterdamp = 20 g/m3
  • Rel.lucht = 15 : 20 x 100% = 75% 

* Wat is de relatieve luchtvochtigheid bij 10°C en bij 10 g/m3?
  • 100% (= dauwpunt)
Rel. Luchtvochtigheid = 
         hh waterdamp : max. hh waterdamp x 100%

Slide 13 - Slide

Wat is luchtdruk?
  • Luchtdruk => het gewicht van de                                                  lucht dat op de aarde drukt
  • Meten => barometer
  • Eenheid => hectopascal (hPa) of in millibar (mbar) => 1 hPa = 1 mbar 
  • Je hebt hoge drukgebieden en lage drukgebieden
  • Op de weerkaart te zien => isobaren = alle punten met dezelfde luchtdruk verbonden door een lijn.

Slide 14 - Slide

Omrekenen
  • 1 bar = 1,0 x 105 Pa
  • 1 bar = 1000 mbar
  • 1 mbar = 1 hPa = 100 Pa
  • 1 Pa = 1 N/m2

Rood => staat in binas!

Slide 15 - Slide

Werking barometer
  • in de barometer zit een dun doosje die makkelijk ingedrukt kan worden door de luchtdruk
  • Het witte metalen doosje, waarvan de lucht voor een groot deel is uitgepompt (vacuum).
  • de veer voorkomt dat doosje niet plat wordt
  • doosje reageert op veranderingen in de lucht
  • hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht, 

Slide 16 - Slide

Het weer als de luchtdruk verandert..
  • Hoe hoger in de atmosfeer, hoe minder lucht boven je is, hoe lager de luchtdruk.

  • Lucht stroomt ALTIJD van H naar
     Dit is => wind


  • Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.

Slide 17 - Slide

Hoge druk gebied:
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = H
Getal > 1000 mbar is H

Welk weertype hoort bij H?
  • geen bewolking, warm in de zomer en koud in de winter
Laag druk gebied
Lage druk = stijgende lucht
Symbool op de kaart = L
Getal < 1000 mbar = L

Welk weertype hoort bij L?
  • wolken, neerslag, koel in zomer, zacht in de winter

Isobaar: een lijn op de weerkaart dat punten met gelijke druk met elkaar verbindt

Slide 18 - Slide

Overdruk / onderdruk
  • Overdruk is een ruimte waar de druk hoger is dan erbuiten.
  • Onderdruk is een ruimte waar de druk lager is dan erbuiten. 

  • Druk meten in een ruimte => Manometer (eenheid bar)

  • Manometers geeft overdruk weer (verschil luchtdruk buiten - binnen)

  • Luchtdruk in band = luchtdruk buiten band + overdruk in band

Slide 19 - Slide

Onstaan van mooiweerwolken

  • Temperatuur opstijgende luchtbellen niet veel hoger dan de omringende lucht. 

  • Zo’n luchtbel stijgt dan langzaam en bereikt geen grote hoogte. 

  • Hier stroomt de lucht rustig.
Ontstaan buienwolken

  • Temperatuur opstijgende lucht veel warmer is dan de omringende lucht.
  • Luchtbellen bereiken een grote hoogte 
  • Je krijgt dan grote wolken met een donkere onderkant. 
  • Boven in de wolken vormen zich ijskristallen. Deze groeien tot ze te zwaar zijn. 
  • Ze vallen dan uit de wolk naar beneden.

Slide 20 - Slide

Bliksem en donder

Waarom zie je pas eerst de bliksemstraal en hoor je later de donder?
  • Snelheid licht     =  300 000 000 000 m/s  (300 miljard-meter/s)
  • Snelheid geluid =                               340 m/s

Formule: afstand onweer?
  • Afstand (s) = snelheid (v)  x  tijd (t)
  • s= afstand in meters    ;    v = snelheid in m/s    ;    t = tijd in seconden

Slide 21 - Slide

Nog Vragen?
Herkansing H8 Het weer
  • Samenvatting H8
  • Vragen over oefentoets?

Geen herkansing Nsk1 => Zelfstandig werken (=> in stilte!)
  • Leren voor andere herkansing
  • Online aan de slag met H1 Vaardigheden (evt uit boek)
  1. rekenvaardigheden
  2. Practicumvaardigheden

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
  • HW docent Nask1 afmaken
  • "zelf oefenen" H8 (zelf bepalen welke onderwerpen)
  • "Extra oefening" in Learnbeat 
  • "Plusvragen" in Learnbeat 

Tijdens maken opgaven is het STIL in de klas
Vragen => Hand opsteken

Volgende les => Oefentoets H8

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bestaat er een lagere temperatuur dan 0K
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Bereken de temperatuur in graden Celsius als de temperatuur 200 K is
A
-73
B
473
C
73
D
kan niet

Slide 26 - Quiz

Een stof wordt afgekoeld. Op een gegeven moment daalt de temperatuur van de stof niet meer.
Hoe heet deze temperatuur en welke temperatuur is het?
A
Het absolute vriespunt bij 0 K
B
Het absolute nulpunt bij 0 K
C
Het absolute vriespunt bij 0 ℃
D
Het absolute nulpunt bij 0 ℃

Slide 27 - Quiz


Per graad temperatuurstijging, zet aluminium 2x zoveel uit dan staal. Welke richting zal het bimetaal kromtrekken als de temperatuur groter wordt?
A
Beneden
B
Boven

Slide 28 - Quiz

Welke fase is een stof na condenseren?
A
Vaste fase
B
Vloeistof fase
C
Gasfase

Slide 29 - Quiz

Welke fase is water als het 105°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 30 - Quiz

Wat is mist?
A
kleine vlokjes bevroren water
B
kleine druppels vloeibaar water
C
kleine gasvormige waterdampbelletjes
D
waterdampdruppels in gasvormige lucht

Slide 31 - Quiz