Leereenheid 2.1 les 1; dieetleer theorieles

Voeding
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Voeding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Korte informatie: DKT/PAAF/BodyWorlds/Meetmoment
-Uitleg 
- Werken aan de opdracht/korte presentatie
- Boodschappen!!!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inhoud leereenheid
- Donderdag organiseer je  een gerecht waarbij jullie rekening houden met verschillende dieetwensen en ziektebeelden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
De student kan aan het eind van de les: 
- uitleggen wat een dieet is
- rekening houden met verschillende dieetwensen toedieningsvormen en ziektebeelden

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is een dieet?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Dieet
Bij een dieet is de voeding om gezondheidsredenen aangepast.

Een dieet wordt meestal voorgeschreven door een arts of een diëtist.
In je werk als verpleegkundige zul je meerdere soorten diëten tegen komen.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld gezondheidsredenen:
te zwaar, te mager of je kan bepaalde voedingsstoffen niet goed verdragen (koolhydraten, natrium)
Benoem mistens 2 voorbeelden van diëten

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Natriumbeperkt
Ook wel natriumarm
Minder zout

Hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, nierziekten, leverproblemen en zwangerschapsvergiftiging. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Energiebeperkte diëten

- Caloriearmdieet  

Bij mensen met overgewicht. 
Er worden geen of weinig verzadigde vetten of suikers toegevoegd. 

Je hebt per dag een bepaalde hoeveelheid calorieën nodig om te kunnen functioneren. Krijg je meer calorieën binnen dan je nodig hebt, dan worden die calorieën als vetweefsel opgeslagen en kom je aan. 

Bij een energiebeperkt dieet is het de bedoeling om af te vallen door minder calorieën te eten dan je verbruikt. 

Slide 9 - Slide

Denk aan volle melkproducten, roomboter, room, vet vlees, volvette kaas en het gebruik van hard bak- en braadvet.

Veel verzadigd vet in je voeding verhoogt je cholesterol. Dit verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Onverzadigd vet zorgt ervoor dat je lichaam cholesterol beter afvoert.
Cholesterol is van essentieel belang bij onder meer de aanmaak van verschillende hormonen en bij de opbouw van de celwand.
Koolhydraatbeperkte diëten
* Koolhydraatarm
- Betekent minder koolhydraten


Kan zijn om de bloedsuikerwaarden te verbeteren of om af te vallen.

Het is een dieet waarbij je veel energie uit eiwitten en vet haalt, en weinig energie uit koolhydraten.


Slide 10 - Slide

 Je lichaam zet koolhydraten tijdens de spijsvertering om in glucose. Je lichaam kan niet zo heel veel glucose opslaan, dus het merendeel van koolhydraten zet je lichaam om in energie. Dat is prima als je voldoende beweegt om alle koolhydraten en calorieën van andere voedingsmiddelen te verbranden. Beweeg je niet zo veel en krijg je meer calorieën binnen dan je nodig hebt, dan worden die overige koolhydraten en calorieën opgeslagen als vet.
Eiwitbeperkt
In een eiwitbeperkt dieet zitten geen of weinig producten met een hoog eiwitgehalte of producten waarin veel eiwit is verwerkt. Een eiwitbeperkt dieet is voor mensen met nierinsufficiëntie.

Slide 11 - Slide

Bij de stofwisseling van eiwit komt onder andere de afvalstof ureum vrij. Als de nieren dit onvoldoende uit kunnen scheiden, blijft er te veel ureum in het bloed achter.
Vetarme diëten
 Ongezonde verzadigde vetten uit bijvoorbeeld gefrituurd eten, gebak en chocola laten staan.
Kies voor onverzadigde vetten. Die zitten bijvoorbeeld in olijfolie, ongebrande noten en vette vis.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Eiwitrijke diëten
- Zoveel mogelijk producten met veel eiwitten eten, zoals kip, eieren en vis. 

Eiwitten zorgen voor een vol gevoel, waardoor je minder snel overeet. 
Eiwitten zijn goed voor je spier- en botmassa. 

Slide 13 - Slide

Als je afvalt, verlies je ook spier- en botweefsel. Eet je veel eiwitten tijdens het diëten, dan heb je minder verlies van spier- en botmassa. 
Energieverrijkte diëten
Een energieverrijkt dieet zorgt voor meer energie voor het lichaam. Wanneer er minder energie binnenkomt dan het lichaam nodig heeft, dan val je af. 
Energierijke voeding zorgt voor een goed herstel en het tegengaan van ondervoeding, bijvoorbeeld voor ouderen of na een ziekte. 

Energierijk voedsel zijn bijvoorbeeld volle producten zoals kwark, yoghurt, pudding, vla of melk. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Notenallergie
Allergie voor specifieke eiwitten op 1 of meerdere noten.
Wel allergisch voor bijv. pinda’s maar niet voor pistachenoten.

Symptomen verschillen van jeuk tot shock.

Noten bevatten veel onverzadigde vetten.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lactosebeperkt
In een lactosebeperkt dieet is weinig of geen lactose toegevoegd. Denk aan producten als melk, yoghurt en kwark. 

Een lactosebeperkt dieet is voor mensen met een lactose-intolerantie.

Slide 16 - Slide

Lactose is een suiker die in melkproducten voorkomt en wordt daarom ook wel melksuiker genoemd

Lactose kan niet goed verteerd worden waardoor darmproblemen ontstaan.
Glutenvrij
Allergische reactie op een eiwit in granen.
Coeliakie of glutensensitiviteit

1 broodkruimel kan al klachten geven

Gerechten apart klaarmaken, producten gescheiden houden.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Eetgewoontes
Eetgewoontes zijn diëten die mensen volgen. 
Voorbeelden van eetgewoontes zijn, vegetariërs, veganisten en het halalgerecht.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vegetarisch
Geen vlees en vis, wel ei en zuivel
Pescotariër eet wel vis



Meer eiwit, ijzer, vitamine B1 en B12 nodig

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Veganistisch
- Geen producten van dierlijke oorsprong
- Geen vlees, vis, zuivel en eieren.


Dierlijke producten bevatten vaak veel eiwitten, ijzer, calcium en vitamine B1 en B2.

Vervangen met bijvoorbeeld peulvruchten als bonen en linzen en vegavervangers.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Halalgerecht
Halal staat voor wat door de Koran als goed en rein kan worden gezien.
Dieren moeten volgens de islamitische eisen geslacht worden.
Is een keurmerk voor.

Geen varkensvlees en alcohol.

Slide 21 - Slide

Dat houdt onder meer in dat het dier moet sterven door een snede in de hals met een scherp mes.

Keurmerken herken je aan een logo op de verpakking.
HACCP en voedselveiligheid
- Inkopen van voeding
- Opslaan van voeding
- Bereiden van voeding

HACCP = volgens de wet geregeld

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Inkopen doen.
Waar let je op?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Opslaan van voedsel.
Waar let je op?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Bereiden van eten.
Waar let je op?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Wat weet jij al van voedingsconsistentie?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Voedingsconsistentie
Hiermee wordt de vastheid van voeding bedoeld
  • Helder 
  • Dun vloeibaar 
  • Dik vloeibaar 
  • Gemalen 
  • Zacht 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welk product kun jij aan iemand geven als zijn dieet helder vloeibaar is?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Voedingsconsistentie
  • Helder (kan met rietje worden gedronken, je kunt er doorheen kijken)
  • Dun vloeibaar (melk, chocomelk, yoghurt, drinkvoeding)
  • Dik vloeibaar (vla, kwark, volle yoghurt)
  • Gemalen (bevat nog korreltjes, stukjes of klontjes)
  • Zacht (cake, brood zonder korst, kroket)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Als een cliënt een dik vloeibaar dieet heeft. Mag deze cliënt dan een glas melk?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hulpmiddelen bij voeding

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hulpmiddelen bij voeding
Aangepast bestek kan worden ingezet bij cliënt met bijvoorbeeld een beperkt arm- of handfunctie
Er zijn verschillende hulpmiddelen verkrijgbaar:
- Bestek met een verdikt handvat
- Verzwaard bestek
- Gehoekte messen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Opdracht:
Beschrijving ziektebeelden en diëten

 


Wat: 
Beschrijven ziektebeelden en diëten
Hoe:
Presentatie
Hulp:
In de kookgroep
Tijd: 
30 minuten 
Uitkomst: 
Overzicht van diverse ziektebeelden met bijhorende diëten
Klaar: 
Recept maken en boodschappen gaan doen 
timer
30:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
De student kan aan het eind van de les: 
- uitleggen wat een dieet is
- rekening houden met verschillende dieetwensen en ziektebeelden

Slide 34 - Slide

This item has no instructions