paragraaf 2.1 De Verlichting

De verlichting
Paragraaf 6.1 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De verlichting
Paragraaf 6.1 
De verlichting
In de 18de eeuw gingen mensen nadenken......(het lichtje ging aan) 
  • Wie heeft de macht en waarom? 
  • Bestaat God wel? 
  • Hoe gaan we met elkaar om? 
 
Wetenschap bloeide en deed veel ontdekkingen
Wat wilden de 'verlichte' denkers
  • Geloof, standen en absolute macht moesten weg!
  • Gebruik van verstand, vrijheid en gelijkheid voor iedereen

......dit zorgde voor veel onrust bij alle groepen van de samenleving  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat werd er anders?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
Daarom moesten er mensenrechten komen
En een rechtstaat
Rechten die voor alle mensen golden, zoals vrijheid van godsdienst en meningsuiting
Staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

John Locke
Een koning krijgt zijn macht niet van God, maar van het volk

Als de koning zijn macht misbruikt mag het volk hem afzetten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godssdienst
Ongelijkheid

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Horen de uitspraken van absolute vorsten of verlichte denkers?
Absolute vorsten
Verlichte denkers
Als bestuurders slecht besturen, moeten ze vervangen worden
Elke staat moet een grondwet hebben
De macht moet verdeeld zijn tussen de regering, het parlement en de rechters
Een koning hoeft zijn besluiten niet uit te leggen
Iedereen moet zich aan de wet houden
Mensen hebben mensenrechten
Koningen hebben hun macht van het volk gekregen
Koningen hebben hun macht van God gekregen

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk
paragraaf 2.1 alle opdrachten maken. 

Slide 10 - Slide