MA Havo 4 Pluriforme samenleving 4.3

4.3 Hokjesdenken
  • Je kan uitleggen wat er wordt bedoeld met hokjesdenken  
  • Je kan het verschil uitleggen tussen stereotypen en vooroordelen.
  • Je kunt uitleggen wat sociale cohesie en polarisatie is
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.3 Hokjesdenken
  • Je kan uitleggen wat er wordt bedoeld met hokjesdenken  
  • Je kan het verschil uitleggen tussen stereotypen en vooroordelen.
  • Je kunt uitleggen wat sociale cohesie en polarisatie is

Slide 1 - Slide

Hokjesdenken
= eerste automatische oordeel. 

Om de wereld overzichtelijk te maken heeft je brein allerlei hokjes waarin je automatisch mensen, dingen en situaties plaatst 

--> categoriseren

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Oordelen over iemand die je niet kent = een vooroordeel  
  • VOORBEELDEN VOOROORDELEN : 

  • "Die jongen is zielig want hij is blind

  • "Die boer heeft echt geen verstand"

  • "Dat meisje is een dom blondje "
  • "....en die Belg ook!". 

Slide 4 - Slide

Stereotypen en vooroordelen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Bedenk een stereotype.

Slide 7 - Open question

Laten leiden door vooroordelen kan zorgen voor discriminatie...

Wanneer er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen 

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Discriminatie en racisme
Discriminatie:
Iemand anders behandelen vanwege persoonlijke kenmerken (geslacht, religie, leeftijd)

Racisme:
Is discriminatie maar dan vanwege zijn huidskleur en afkomst.

Slide 10 - Slide

Discriminatie
- Arbeidsmarkt: ongelijke kansen
- Onderwijs: verwijzing mavo/havo/vwo
- Opsporing criminaliteit: meer aanhoudingen
- Op straat/sociale media

Slide 11 - Slide

POLARISATIE: flinke spanningen tussen groepen door
WIJ-ZIJ tegenstelling: groepen mensen tegenover elkaar doordat mensen graag hun groep als beter voorstellen dan anderen 

Verschillen in geloof, tradities, opvattingen enz. worden benadrukt in plaats van de overeenkomsten met gevolg weinig onderlinge binding tussen groepen = sociale cohesie 


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

1. Die jongen is zielig,
want hij zit in een rolstoel.
A
Feit
B
Stereotype
C
Vooroordeel
D

Slide 14 - Quiz

2. Vrouwen worden ouder dan mannen.
A
Feit
B
Stereotype
C
Vooroordeel
D

Slide 15 - Quiz

3. Nederlanders zijn gierig.
A
Feit
B
Stereotype
C
Vooroordeel
D

Slide 16 - Quiz