Schrijven - kaart / mail

Taalklas
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Taalklas

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

welke dag en datum is het vandaag?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Kaartjes, mails en berichten schrijven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag

  • Hoe schrijf ik een kaartje of berichtje?
  • Een kaartje lezen
  • Zelf een kaartje schrijven

Slide 4 - Slide

Kaartje van Casper laten zien
Heb je wel eens een kaartje gestuurd?
Ja, soms
Nee, nooit
Ik begrijp het niet
Ja, vaak

Slide 5 - Poll

This item has no instructions

Heb je wel eens een kaartje gekregen?
Ja
Nee
Ik begrijp het niet

Slide 6 - Poll

This item has no instructions


Je schrijft een kaartje aan je oma. Hoe begin je?
A
Lieve oma,
B
Hoe gaat het?
C
Groetjes,

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Je schrijft een kaartje aan iemand in je klas. Hoe begin je?
A
Doei
B
Hoe gaat het?
C
Hoi

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Iemand is ziek. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Iemand moet examen doen. 
Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Veel succes
C
Gefeliciteerd

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Iemand is jarig. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Iemand is geslaagd voor zijn rijbewijs. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Je wilt iemand feliciteren met zijn nieuwe huis. Wat schrijf je?
A
Hallo
B
Hoe gaat het?
C
Groetjes,
D
Gefeliciteerd met je nieuwe huis.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


Wat zie je?
3531 HL
A
adres
B
postcode
C
huisnummer
D
plaats

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Wat zie je?
Zuilen
A
adres
B
postcode
C
wijk
D
plaats

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Wat zie je?
Utrecht
A
adres
B
postcode
C
huisnummer
D
plaats

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Wat zie je?
Overvecht
A
adres
B
postcode
C
wijk
D
plaats

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Wat zie je?
Nieuwegein
A
adres
B
postcode
C
wijk
D
plaats

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe begin je een mail of een kaart?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Maak de tekst op het kaartje goed

1. Eerst alleen.
2. Daarna samen.
3. Daarna met de hele klas.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

liefe, Esther
ik ben op vakantie in duitsland
De mense is echt aardig.
het is goed weer, zon schijnt. eten is ook echt lekker hier.
Volgende week ik komt terug.
en hoe is jou vakantie?

Groentjes Hanneke

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat schrijf je op een kaart?
  1. Begin (aanhef): Hallo, Hoi, Beste,
  2. Jouw bericht
  3. Afsluiten: Tot snel! Groetjes ...

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ik kan vandaag niet naar school komen. Ik ben ziek. Ik denk dat ik morgen weer op school ben.
Succes met je examens!  
We hebben huiswerk voor wiskunde. Je moet hoofdstuk 3 en 4 leren.
Het moet morgen klaar zijn.
2. Jouw bericht

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vragen?
Vragen!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Maya heeft examens. Wat schrijf je?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Je schrijft een kaart aan Maria.
Op de kaart vraag je hoe het met Maria gaat.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Jan is jarig. Wat schrijf je op de kaart?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Tom is ziek. Wat schrijf je op de kaart?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Hoe eindig je een kaart?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Schrijf een kaartje
Aan wie?
Wat schrijf je erop?
Slot

Klaar>>>> Numo

Slide 31 - Slide

This item has no instructions