Hoofdstuk 4 .5 Dinsdag 25 november

Hoofdstuk 4 Inkomen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 Inkomen

Slide 1 - Slide

Lesopening
Toets Hoofdstuk 4 vrijdag 5 december

Lesdoelen voor vandaag:
-Uitleggen wat koopkracht is.
- Verband inflatie en rente uit kunnen leggen

Slide 2 - Slide

Terugblik
- Bestedingsinflatie

- Kosteninflatie

Slide 3 - Slide

Nakijken opdracht 9 blz.137
  • A.  

Slide 4 - Slide

Nakijken opdracht 9 blz.137
  • B.  Kosteninflatie

  • C. € 0,61 - € 0,52 : € 0,52 * 100% =  17,3 %

  • D. - Bestedingsinflatie  ( meer vraag dan aanbod)
  •     - Verhogen winstmarge
  •     - Verhogen BTW
  •    - Stijgende grondstofkosten

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 4
Paragraaf 5 De gevolgen van inflatie


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Nadelen voor de consument
  • Koopkracht daalt
  • Spaargeld wordt minder waard als de rente de inflatie niet compenseert 
  • Ondernemersrisico wordt groter (inschatten van kosten zoals loon/ grondstofprijzen/ rente van leningen wordt lastiger, waardoor ze de prijs lastiger kunnen bepalen)

Slide 8 - Slide

Concurrentiepositie
Inflatie in Nederland is nadelig voor de concurrentie positie van ondernemers ten opzichte van het buitenland. (ze zijn duurder t.o.v. buitenlandse ondernemers)

Inflatie in het buitenland kan voordelig zijn voor de concurrentie positie van Nederlandse ondernemers. (ze zijn goedkoper ten opzichte van buitenlandse ondernemers)

Slide 9 - Slide

Voordelen inflatie
  • De waarde van je schuld wordt minder
  • Stel je hebt een schuld van 2000 euro. Voor dit geld kan je nu veel minder kopen, dus het is minder waard! 
  • Voor de concurrentiepositie als de inflatie in het buitenland groter is dan in Nederland
  • Het spoort de consument aan goederen nu te kopen want uitstel betekent dat men meer moet betalen voor hetzelfde product. 

Slide 10 - Slide

Deflatie lijkt een voordeel

  • De producten worden steeds goedkoper, je gaat je aankoop uitstellen. Want misschien wordt het nog wel goedkoper? 
  • Dit is slecht voor een draaiende economie
 

Slide 11 - Slide

Samen opdracht 6 blz. 140
  • A. 

Slide 12 - Slide

Samen opdracht 6 blz. 140
  • B. € 146 : € 7.100 × 100 = 2,1%

  • C. Die is gedaald.

Slide 13 - Slide

Maken 
opgaven 7 -8- 10-11-12 13 
bladzijde 140/141
Klaar? Vergeet niet na te kijken en ga aan de slag met de rekentrainers!!
Zelf aan de slag

Slide 14 - Slide

Evaluatie en huiswerk
  • Hoe ging het? 
  • Opmerkingen?
  • Vragen?

HUISWERK: wat niet af is! 

Slide 15 - Slide