- Bij de spelling van de pv in tegenwoordige tijd ga je uit van de
ik-vorm.
Ik loop, ik wandel, ik ga, ik kijk.
- Bij een hij of zij (enkelvoud), komt er een -t achter de ik-vorm.
Hij loopt, zij wandelt, hij gaat, zij kijkt.
- Als het om een meervoud gaat, schrijf je de wij-vorm.
Wij lopen, wij wandelen, wij gaan, wij kijken.