1.1 Bladeren

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

grondstoffen
deze fabriekjes hebben grondstoffen nodig 

- water  (H2O)

-koolstofdioxide  (CO2)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

de zon stopt er energie in

Slide 10 - Slide

product
in de blagroenkorrels wordt nu iets gemaakt:
- glucose 
dit is voedsel voor de plant

- zuurstof 
gebruikt de plant voor zijn eigen verbranding, wat over is geeft hij terug aan de lucht

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Water = anorganische stof 
Koolstofdioxide = anorganische stof

glucose= organische stof*
zuurstof = anorganische stof 

* Uit organische stoffen kan je energie halen 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

energie
Door fotosynthese wordt de energie van de zon vastgelegd in de stof: glucose

Planten kunnen van glucose weer andere stoffen maken.
Ook deze nieuwe stoffen bevatten energie.

Slide 21 - Slide

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 22 - Drag question

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt

Slide 23 - Quiz

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 24 - Quiz

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 25 - Drag question

In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

's nachts doen planten aan fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Planten in droge gebieden hebben:
A
veel huidmondjes
B
weinig huidmondjes

Slide 28 - Quiz

Met welk onderdeel van het blad regelt de plant de wisseling van gassen en de verdamping van water?
A
Opperhuid
B
De hele plant
C
De huidmondjes
D
Het blad

Slide 29 - Quiz

Op een droge dag in de zomer staat een plant in de zon. Hoe zullen de huidmondjes eruitzien?
A
zoals in afbeelding 1
B
zoals in afbeelding 2

Slide 30 - Quiz

Waar zitten bij de meeste planten de huidmondjes vooral?
A
onderkant van het blad
B
bovenkant van het blad

Slide 31 - Quiz