Duits mondeling
1 / 12
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke woorden ken je al?
(in het duits)
(in het duits)
Slide 3 - Mind map
Onregelmatige werkwoorden: haben + sein
Montag
Dienstag
Mittwoch
Donnerstag
Freitag
Samstag
Sonntag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Vrijdag
Zaterdag
Donderdag
Zondag
Slide 4 - Drag question
Sleep de juiste getallen bij elkaar
dreißig
hundert
sechzehn
fünfundvierzig
siebzehn
achtundachtzig
fünfzig
sechzig
30
100
16
88
45
17
50
60
Slide 5 - Drag question
Kloktijden
Um halb drei
Um Viertel vor vier
Um Viertel nach neun
Um fünf vor eins
Um zehn nach zwölf
Es ist dreizehn Uhr vierzig
Om half drie
Om kwart voor vier
Om kwart over negen
Om vijf voor één
Om tien over twaalf
Het is dertien uur veertig
Slide 6 - Drag question
Het is half vijf.
Het is tien voor vier.
Het is drie uur.
Het is kwart over twaalf.
timer
1:00
Es ist halb fünf.
Es ist zehn vor vier.
Es ist drei Uhr.
Es ist viertel nach zwölf.
Slide 7 - Drag question
Hoe zeg je:
Hallo! Ik ben Pietje en wij moeten een afspraak maken.(let op hoofdletters)
Hallo! Ik ben Pietje en wij moeten een afspraak maken.(let op hoofdletters)
Slide 8 - Open question
Hoe zeg je: Heb jij op dinsdag tijd? (let op hoofdletters)
Slide 9 - Open question
Welke zin/vraag is goed gespeld?
A
Hast du am Montag Zeit?
B
Nein dan habe ich FuBball spielen.
C
Um wie viel Uhr hast du Zeit?
D
Um dreizehn uhr.
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Open question
Ik kan een afspraak plannen in het duits.
😒🙁😐🙂😃
