diabetes en vaatlijden week 10

Diabetes en vaatlijden    2023 VZ/VP
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Diabetes en vaatlijden    2023 VZ/VP

Slide 1 - Slide

2023

Slide 2 - Slide

timer
0:30
Wat weet je al over diabetes?

Slide 3 - Mind map

Wat is de officiële benaming voor suikerziekte?
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus

Slide 4 - Quiz

Voedingsmiddelen geven ons..
A
energie
B
een vol gevoel
C
overgewicht
D
diabetes

Slide 5 - Quiz

Welk type diabetes is insulineafhankelijk?
A
Type 1
B
Type 2

Slide 6 - Quiz

Anatomie van het lichaam

        Welke organen spelen een rol bij 
                               diabetes?



Slide 7 - Slide

Anatomie van het lichaam
Alvleesklier:
- ligt links achter/onder de maag

2 hoofdfuncties:
1. helpt bij de spijsvertering
2. maakt insuline en glucagon aan
-  eilandjes van Langerhans
-  geven hormonen af aan het bloed

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Anatomie van het lichaam
Lever: 
- ligt rechts boven in de buikholte
- maakt giftige stoffen in je lichaam onschadelijk
- Kan suiker (glucose) opslaan --> in de vorm van glycogeen--> wordt vrijgegeven bij inspanning
- opslag van vet

Slide 10 - Slide

Waar wordt glucose opgeslagen wanneer je dit tijdelijk niet nodig hebt?
A
alvleesklier
B
lever
C
alvleesklier en lever

Slide 11 - Quiz

Welk orgaan maakt insuline aan?
A
alvleesklier
B
milt
C
lever
D
galblaas

Slide 12 - Quiz

Wat is diabetes
Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. En ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline. Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. (Diabetes Fonds, 2020)

Slide 13 - Slide

Wat is diabetes?
- Andere naam: suikerziekte
- Lichaam kan niet zelf de bloedsuiker in stand houden:
- Maakt helemaal geen insuline meer aan of gedeeltelijk
- Hormoon insuline (verlaagt blds) --> glucagon (verhoogt blds)
- Suiker kan niet als brandstof worden gebruikt

Slide 14 - Slide

Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Hormoon dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
glucose
glucagon

Slide 15 - Drag question

Hoe krijg je diabetes?
Ruim 800.000 mensen hebben diabetes!


Oorzaak type 1 is niet precies bekend, wel is het zeker dat het lichaam een fout maakt, waardoor eilandjes van Langerhans kapot gaan (auto-immuunziekte) en het kan ook komen door het doormaken van een virus.
Van type 2 zijn wel oorzaken bekend: ongezonde leefstijl, verminderde lichaamsbeweging, overgewicht, hoog cholesterol.

Nog steeds onderzoek nodig!


Slide 16 - Slide

Type 1
- 1 op de 10 mensen heeft type 1
- Lichaam (alvleesklier) maakt helemaal zelf geen insuline meer aan.
- Afweersysteem vernielt cellen die insuline aanmaken

Slide 17 - Slide

Type 2
- Ouderdomsdiabetes in de volksmond
- 9 op de 10 mensen
- Lichaam (alvleesklier) maakt gedeeltelijk geen insuline meer       aan.
- Teveel suiker in het bloed.
- Meestal is alleen medicatie voldoende, soms insuline spuiten     noodzakelijk.

Slide 18 - Slide

Wanneer maakt de alvleesklier helemaal geen insuline meer aan
A
diabetes type 1
B
diabetes type 2
C
bij beiden
D
bij geen van deze antwoorden

Slide 19 - Quiz

Type 2 krijg je alleen als je ouder dan 65 bent.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Benoem een aantal symptomen waaraan je diabetes kunt herkennen.

Slide 21 - Open question

Behandeling
- Genezing helaas (nog) niet mogelijk!

- Gezond eten, voldoende bewegen, niet roken
- Behandeling met medicijnen
- Behandeling met insuline

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Behandeling

Slide 24 - Slide

Hyper versus hypo
Meten is weten!

Hyper = te hoog
Hypo = te laag

Slide 25 - Slide

Hyper
Bloedsuiker vanaf 10
- veel urineren
- veel dorst hebben en houden
- vermoeid zijn
- plotselinge humeurigheid, snel boos worden
- misselijk zijn of overgeven
- alles voelt vervelend

Slide 26 - Slide

Hypo
Bloedsuiker onder de 4:
- zweten
- trillen
- duizelig zijn
- plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld) ongeconcentreerd zijn
- hoofdpijn
- moe zijn
- hongerig zijn

Slide 27 - Slide

Behandeling van Hypo
  • meet de bloedsuiker
  • ranja of druivensuiker nemen en evt
langwerkende suikers (boterham) nemen
  • Als iemand niet zelf meer kan drinken/eten, dan kan Baqsimi- glucagon toedienen nodig zijn

Slide 28 - Slide

Behandeling hyper:
  • veel water drinken

  • insuline dosis verhogen /extra spuiten op advies of bij zelfregulatie

  • bij braken en aceton geur altijd arts waarschuwen

Slide 29 - Slide

Complicaties DM
  • Neuropathie: zenuwschade door regelmatig te hoge                         bloedsuikers
  • Diabetische voet 
  • Nefropatie (verbindweefseling – filteren)
  • Hart- en bloedvaten worden dikker & stugger 
  • Slechtziend=retinopathie

Slide 30 - Slide

timer
0:30
vpk aandachtspunten?

Slide 31 - Mind map

Vaatlijden
Vaatlijden is een vernauwing of afsluiting in de slagader of ader veroorzaakt door slagaderverkalking. Hierdoor stroomt minder of zelfs geen bloed naar de benen en ontstaat een gebrek aan zuurstof in de benen of voeten.

Slide 32 - Slide

Klachten:
  • Kramp in kuit, dijbeen of bil na stukje lopen. 
  • Dit verdwijnt in rust.
  • Wordt daarom ook wel etalagebenen genoemd (claudicatio intermittens)

Slide 33 - Slide

Toename van klachten:
  • Pijn zakt niet af bij rust
  •  Tintelingen
  • Koude voeten
  • Als het nog erger wordt krijg je zelf weefselversterf (zwart)
  • eerder kans op wonden en infecties.

Slide 34 - Slide

Wat zijn je vpk aandachtspunten:

Slide 35 - Open question

Opdracht
  • Ondertussen zorgen we dat we zelf  vaatlijden gaan krijgen 
  • Je ontvangt een vragenlijst die je tijdens een wandeling van 3 km rondom de school, gaat beantwoorden.
  • In je groepje wijs je 1 iemand aan die de km bijhoud via een app (Strava, Runkeeper, Ommetje)
  • Na afloop checkt je LWP begeleider de km's (loop nog ff door als je geen 3 hebt)
  • FF tensie en pols meten voor en na het wandelen?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide