Herhaling T3 Toetsweek

Welkom!
Jas uit? Tas van tafel? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: leesboek, lesboek, schrift, pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Jas uit? Tas van tafel? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: leesboek, lesboek, schrift, pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.

Slide 1 - Slide

Herhaling T3 Toetsweek
Meer dan Lezen §1 - 7
§1 is herhaling jaar 1 en 2 (alleen online)
§7 is een stappenplan (doornemen)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

DOEL van een tekst


- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL

Slide 4 - Slide

activeren
informeren
nieuw
nieuw

Slide 5 - Slide

PUBLIEK van een tekst


- Om het DOEL van een tekst te kunnen bereiken, moet de schrijver rekening houden met zijn PUBLIEK

Slide 6 - Slide

PUBLIEK van een tekst

Voor welk publiek een tekst bedoeld is, 

zie je aan:

- het onderwerp

- het taalgebruik

- de bron

- lay-out

Slide 7 - Slide

Vandaag maken
§3 en §4
- herhalen theorie
- maken oefentoetsen §3 en §4 (dus NIET starten met §2!)
- nakijken

Slide 8 - Slide

Herhalen
Vorige week § en §4
Tekstdoelen, tekstsoorten, publiek van een tekst
Meningen en argumenten

Vandaag §2 en §5
Tekstverbanden 

Slide 9 - Slide

Signaalwoorden – je kunt ze beschouwen als de verkeersborden van je tekst

Slide 10 - Slide

Wat is een signaalwoord?
  • Verbindingswoorden 

  • Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en/of alinea’s

Slide 11 - Slide

Opsomming
en, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Ik hou van voetbal: ten eerste is het gezond, ten tweede ben je lekker buiten en je werkt samen aan de overwinning. 

Slide 12 - Slide

Tijd
voordat, nadat, eerst, daarna, vervolgens, wanneer, vroeger.

Voordat hij naar school gaat, poetst hij zijn tanden. 

Slide 13 - Slide

Tegenstelling
maar, toch, echter, daarentegen

Deze vakantiebestemming is oké, maar ik vind de vorige bestemming veel leuker!

Slide 14 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Mijn broer speelt graag games, zoals Call of Duty en GTA. 

Slide 15 - Slide

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Kortom, signaalwoorden en tekstverbanden zijn niet zo ingewikkeld als veel leerlingen vaak denken. 

Slide 16 - Slide

Oorzaak – gevolg
door, doordat, waardoor, te danken aan

Ik was veel te laat voor de les, doordat mijn zus de badkamer bezet hield en ik op haar moest wachten.

Oorzaak = wachten op zus
Gevolg = te laat in de les

Slide 17 - Slide

Redengevend
Want, omdat, daarom, vanwege, immers.

Ik hou van honden, omdat ze goed luisteren en je ze dingen kunt leren. 

Slide 18 - Slide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van, zodat

Zij leert elke avond voor haar autotheorie, zodat ze haar rijbewijs snel haalt. 

Doel = rijbewijs halen. Middel = elke avond leren

Slide 19 - Slide

Voorwaarde
Als... dan..., wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Als je goed luistert, dan weet je wat hij bedoelt. 

Slide 20 - Slide

Vergelijkend tekstverband
Mijn moeder is net zo sportief als Diana.
Twee stukjes tekst worden met elkaar vergeleken.
.......    is gelijk aan .....= ze zijn hetzelfde = overeenkomsten
(net als, even groot als, even klein als) 
......is niet gelijk aan.....  = ze zijn anders = verschillen
(anders dan, groter dan, kleiner dan, meer dan, minder dan , beter, slechter)

Slide 21 - Slide

Vandaag maken
- afmaken §3 en §4
- nakijken §3 en §4

§2 en §5
- herhalen theorie in je boek
- maken oefentoetsen §2 en §5
- nakijken

Slide 22 - Slide

Deze les §6

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vandaag maken
- afmaken §3 en §4, §2 en §5
- nakijken 

§6
- herhalen theorie in je boek
- maken oefentoetsen §6
- nakijken

Slide 25 - Slide