Je gedraagt je goed: je bent al bijna een tweedejaars. We blijven alléén op het schoolplein: dat is ook de enige plek waar de woorden verstopt zijn.Je krijgt per 2/3tal een bekertje. Onderaan die beker staat 'sterk' of 'zwak'. Angel, Sijmen en Joep hebben werkwoorden verstopt over het hele schoolplein.
Als er sterk op je beker staat, moet je dus op zoek naar sterke werkwoorden. Als er zwak op je beker staat, vul je deze met zwakke werkwoorden.
Heb jij 'zwak', maar vind je een sterk werkwoord? Leg deze dan terug.
Uiteindelijk wint het groepje dat de meeste werkwoorden heeft verzameld die écht passen bij het woord ‘sterk’ of ‘zwak’ op hun beker