JRB 1 3.4 Nog meer bankzaken



  • iPad op tafel;
  • boek op tafel;
  • pen op tafel
  • rekenmachine op tafel.

Voor dat de les begint leg je je
1 / 49
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



  • iPad op tafel;
  • boek op tafel;
  • pen op tafel
  • rekenmachine op tafel.

Voor dat de les begint leg je je

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
KADER

uitleg §3.4
instructie paragraaf 3.4
aan het werk met 3.4
hebben we onze lesdoelen gehaald?
Wat gaan we doen vandaag?
BASIS

maken blz. 88 §3.1 en 3.2
instructie paragraaf 3.4
aan het werk met 3.4
hebben we onze lesdoelen gehaald?

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen en nakijkken
  2. Leerdoelen
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Slide

Sparen uit voorzorg
Sparen voor de rente
Sparen voor een doel
Je spaart omdat je denkt dat je tablet binnenkort kapot gaat
Je spaart omdat je na je examen met je vrienden op vakantie wilt
Je zet geld op een spaarrekening om er inkomsten aan over te houden

Slide 4 - Drag question

Kies een leenmotief
A
Tijdelijk geld tekort overbruggen
B
Dure aankoop niet uitstellen
C
Het kopen van een woning.
D
Onverwacht dringend geld nodig

Slide 5 - Quiz

Wat is rente bij lenen?
A
Een vergoeding betalen omdat je geld van de bank leent
B
Een vergoeding van de bank krijgen, omdat je geld van de bank leent
C
Meer geld dat je ter beschikking hebt
D
Een bedrag dat je moet aflossen

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN reden om te lenen?
A
Je hebt een tijdelijk geldtekort
B
Je wilt een huis kopen
C
Je hebt een onverwacht dringend geldtekort
D
Je wilt meer geld op je spaarrekening

Slide 7 - Quiz

Wat is het nadeel van lenen?
A
je moet rente betalen
B
je moet alles terug betalen
C
je hebt een schuld
D
je moet accijns betalen

Slide 8 - Quiz

Hoelang een lening loopt noem je ook wel de..... van de lening.
A
doorlooptijd
B
looptijd
C
loopduur

Slide 9 - Quiz

Zou de rente van een hypothecaire lening lager zijn dan andere leningen?
A
Ja, lager
B
Nee, hoger

Slide 10 - Quiz

3.4 Nog meer bankzaken?

Slide 11 - Slide

Kijke en vergelijk
  • In tweetallen.  (7 min  de tijd)
  • kom tot een duidelijk antwoord
  • ben je klaar dan kom je bij de docent voor een nakijk blad

timer
7:00

Slide 12 - Slide

Programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. Leerdoelen
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
Je leert in deze les:
  •  Welke rol de bank speelt bij vraag en aanbod van geld
  • Welke voor en nadelen er zijn als je geld belegt in plaats van spaart

Slide 14 - Slide

Waarom
zou je het verschil moeten weten tussen sparen en beleggen
bedenk in tweetal een twee redenen
schrijf het op een bord

Slide 15 - Slide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht:  
Maak nu zelfstandig vanaf bladzijde 74 opdracht 1 tm 11 

 Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 16 - Slide

Vraag en aanbod van geld
Banken zijn belangrijk in ons geldverkeer
Banken lenen een deel van ons spaargeld uit.
De rente voor sparen is altijd lager dan voor lenen

Slide 17 - Slide

Wat is de rente voor sparen?
A
Altijd lager dan de rente voor lenen.
B
Altijd hoger dan de rente voor lenen.
C
Variabel en afhankelijk van de economie.
D
Altijd gelijk aan de rente voor lenen.

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er met ons spaargeld?
A
Een deel wordt uitgeleend door banken.
B
Het wordt altijd belegd in aandelen.
C
Het blijft altijd op de rekening staan.
D
Het wordt alleen in contanten gehouden.

Slide 19 - Quiz

vervolg programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. nakijken opdrachten
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 20 - Slide

1Gezinnen leveren arbeid aan bedrijven
Gezinnen sparen bij de bank
Banken lenen geld aan bedrijven
Bedrijven betalen rente aan de bank
Banken betalen rente over spaargeld aan gezinnen
Bedrijven betalen loon aan gezinnen

Slide 21 - Drag question

Opdrachten maken


  • opdracht 1   op bladzijde 86
  • +/-2 minuten de tijd
  • Klaar? --> verder met de andere opgave van 3.4



timer
1:30

Slide 22 - Slide

Wil je nog meer spaargeld?
De rente op spaarrekeningen was de afgelopen jaren erg laag.

Je kunt jouw geld ook beleggen

Je steekt je geld dan in bedrijven of projecten (aandelen).
Je verwacht dat jouw aandelen meer waard worden

Slide 23 - Slide

Wil je nog meer spaargeld?
Als je een aandeel koopt, koop je een stukje van een bedrijf

Als het bedrijf goed presteert stijgt de prijs van jouw aandeel (de koers)
Als het bedrijf slecht presteert daalt de prijs van jouw aandeel (de koers)


Daarom de waarschuwing, u kunt uw inleg met beleggen verliezen

Slide 24 - Slide

Wat is een voordeel van beleggen?
A
Mogelijkheid tot hogere rendementen
B
Geen risico's
C
Altijd winsten gegarandeerd

Slide 25 - Quiz

Waarom is de rente op sparen laag?
A
Er is te veel vraag naar geld
B
Banken lenen geld uit
C
Rente is altijd hoog
D
Spaargeld is overvloedig

Slide 26 - Quiz

Wat is een nadeel van beleggen?
A
Je kunt je inleg verliezen
B
Geld groeit gegarandeerd
C
Altijd hoge rente op aandelen

Slide 27 - Quiz

Vul hieronder de voor en nadelen van sparen en beleggen in
Sparen
Beleggen
Voordeel:
Nadeel:
Je krijgt Rente
De rente is laag
Je kunt jouw geld verliezen
Je belegging kan meer waard worden

Slide 28 - Drag question

Wat koop je als je een aandeel koopt?
A
Een obligatie van de overheid
B
Een stukje van een bedrijf

Slide 29 - Quiz

Wat gebeurt er als het bedrijf slecht presteert?
A
De prijs van jouw aandeel stijgt
B
De prijs van jouw aandeel daalt

Slide 30 - Quiz

Wat is de rente op spaarrekeningen?
A
Erg laag de afgelopen jaren
B
Heel hoog in vergelijking met beleggen

Slide 31 - Quiz

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht:  
Maak nu zelfstandig opdracht 2 tot en met 3
Bladzijde 87 bladzijde 92 opdrachten 6 tm 16 
 Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 32 - Slide

vervolg programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. nakijken opdrachten
  3. Beetje uitleg 
  4. Weer een paar vragen
  5. Zelfstandig aan het werk

Slide 33 - Slide

Check

Slide 34 - Slide

Waarom zijn banken belangrijk?
A
Ze zorgen voor contante betalingen.
B
Ze geven altijd gratis leningen.
C
Ze bieden geen spaarmogelijkheden aan.
D
Ze faciliteren ons geldverkeer.

Slide 35 - Quiz

Wat gebeurt er als een bedrijf slecht presteert?
A
De koers stijgt onmiddellijk
B
Je krijgt gratis aandelen
C
De koers van het aandeel daalt

Slide 36 - Quiz

Wat is de rol van de bank?
A
Beheren van spaargeld
B
Lenen van geld aan klanten
C
Aanbieden van gratis geld
D
Verhogen van belastingtarieven

Slide 37 - Quiz

Wat is een risico van beleggen?
A
Je krijgt altijd winst
B
Je kunt je inleg verliezen

Slide 38 - Quiz

Bedankt 
Stoel aanschuiven,


PS. Het huiswerk komt in SOM

Slide 39 - Slide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht:  
Maak nu zelfstandig opdracht 2 tot en met 3
Bladzijde 87 bladzijde 92 opdrachten 6 tm 16 
 Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 40 - Slide

Kijk en luitseropdracht
Noteer de soorten leningen?

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Aandelen wisselen continu van waarde, zie hier de extreme waarde wisseling van Bitcoin

Slide 43 - Slide

Naar welke landen ben jij geweest waar ze niet met de euro betalen

Slide 44 - Mind map

Vreemde valuta
De meeste landen in de EU hebben de euro als wettig betaalmiddel. 
Dit is de eurozone 

Landen met een andere munt dan de euro betalen met vreemde valuta
Je moet rekenen met de wisselkoers om te wisselen van munteenheid


Slide 45 - Slide

Check

Slide 46 - Slide

Bedankt 
Stoel aanschuiven,
Prettig weekend

PS. Het huiswerk komt in SOM

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Aan de slag!
Maak  opdracht 1 tm 6 in je boek
Bespreken opdracht 4,6
Bladzijde 82 tm 84


Slide 49 - Slide