spelling: persoonsvorm verleden tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom 2H

               Spelling

    Cursus 7

§11 Persoonsvorm verleden tijd

Voordat we beginnen:

Inloggen op LessonUp

Wat gaan we deze les doen?

* Je gaat deze les maken;

Doel: leren hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd moet schrijven. 

Mijn broer ... zijn geld aan games.

1. besteed
2. besteet
3. besteedt

Vul de juiste vorm in van de pv-tt.

Wie (beantwoorden) ... de volgende vraag?

persoonsvorm - 

verleden tijd

(spoeden)

De brandweer ... zich naar de plek van het ongeval.

1. spoede
2. spoedde
3. spoeden
4. spoedden

vul de juiste vorm in (pv-vt)

Ze (leven) ... nog lang en gelukkig.

vul de juiste vorm in (pv-vt)

Hoe (heten) ... die serie ook al weer?

De brandweerlieden (bevrijden pvvt) de automobilist uit zijn auto.

1. bevrijde
2. bevrijdde
3. bevrijden
4. bevrijdden

De militairen brachten de (bevrijden) gijzelaars terug.

1. bevrijden
2. bevrijdden
3. bevrijde
4. vrijdde

Wat weet je nu?

* Hoe je de pv moet schrijven in de tt en vt.

* Hoe zat het ook alweer met het vd?

Ezelsbruggetje 

voltooid deelwoord

Je kunt de smurfenregel ook gebruiken om erachter te komen of je te maken hebt met een voltooid deelwoord.

Wat is er gisteren gebeur...? twijfel je tussen gebeurt en gebeurd? Ga smurfen.

Wat is er gisteren gesmurft? Je hoort dat het een voltooid deelwoord is, dus schrijf je gebeurd met een -d. Immers in de verleden tijd een -d (gebeurde), dan bij vd ook -d.