B2A les 1 past simple did/didnt

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welcome class B2A!

Tafeltje op de gang zetten

Werkblad uitprinten?

Afspraken, bezig met Engels, de regels naleven. 

Huiswerk word vanaf nu gecontroleerd.

Pluspunt inschakelen voor daan/koen.

Werken met namen + streepjes?

Lesson Goals

• Je kent de woordjes van Unit 2 les 4.
• Je kunt vragen en ontkenningen maken in de verleden tijd.

Wat gaan we doen?

• Woordjes 2.4 oefenen met Quizlet.
• Opdrachten maken om te oefenen met de woordjes.
• Uitleg grammatica did/didn't.
• Zelfstandig aan de slag.

Huiswerkcheck

Unit 2 - Lesson 3 opdracht 34 tot en met 40.

Niet af? Afmaken in de les dan geen notitie.

Quizlet woordjes 2.4

Zelfstandig aan het werk

Maken: 43 tot en met 46 van blz. 84 van je boek. 

15 minuten daarna nakijken. 

Past simple

Verleden tijd

Past Simple

Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurt.

Work - worked

like - liked

start - started

did / didn't 

Als je vragen moet maken in de verleden tijd gebruik je did.

Als je een ontkenning moet maken gebruik je didn't.

+ I walked to school yesterday.

? Did I walk to school yesterday?

- I didn't walk to school yesterday.

Let op! Je werkwoord mag dan niet meer in de verleden tijd staan!

Vragen / ontkenningen met did / didn't

+ My father washed            his hair in the shower.

? Did my father wash         his hair in the shower?

- My father didn't wash    his hair in the shower.

+ They played                        some great music.

? Did they play                      some great music.

- They didn't play                some great music.

 van verleden tijd naar 

did / didn't + hele ww

Maak hier een vraag van:
She liked him.

1. Did she like him?
2. Liked she him?

Maak hier een vraag van:
They walked there.

1. Did they walked there?
2. Did they walk there?

Maak hier een ontkenning van:
He worked.

1. He didn't work.
2. He didn't worked.

Maak hier een ontkenning van:
He walked home.

1. He did walk not home.
2. He didn't walk home.
3. He didn't not walk home.
4. He didn't walked home.

Zelfstandig aan het werk

Maken: Opdracht 47 + 49 + 51 van blz. 87 van je boek. 

Klaar?

Practise more opdrachten van unit 2 lesson 4.

Wat hebben we geleerd?

• Je kent de woordjes van Unit 2 les 4.
• Je kunt vragen en ontkenningen maken in de verleden tijd.

Bye!