330 les 4: 1.3 / Procenten gevraagd - 3M

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

● Leerdoelen bespreken

● Terugblik: vk t/m 1.2

● Uitleg: 1.3

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

bij

bij

op tafel.

Laptop 

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Accepteer de les in LU.

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

Leerdoelen

Je weet wat relatieve en absolute

toe- en afname is.

Je kunt de relatieve toe- en afname

berekenen als je de absolute

toe- en afname weet.

H1: Procenten

VK Breuken en procenten

1. Breuken, procenten en
    decimale getallen

2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten

5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden

VK Machten en wortels

1. Periodieke verbanden

2. Kwadratische verbanden

3. De top van een parabool

4. Wortelverbanden

5. Machtsverbanden

 

​3​​1​​

​3​​2​​

33,3%

0,666...

______________

______________

1/4

10%

20%

1/10

0,25

66,6%

12,5%

0,333...

0,125

0,01

66,7%

    5%                0,5

   0,6                   

                     

0,25               

             

​4​​1​​

​7​​3​​

​2​​1​​

Zet het juiste teken tussen de getallen.

​5​​3​​

​7​​6​​

​6​​5​​

...

...

...

...

...

<

<

<

<

<

>

>

>

>

>

=

=

=

=

=

Op hoeveel decimalen ronden we procenten af?

1. 1 decimaal
2. geheel getal
3. 2 decimalen

Wat betekent de afkorting btw?

4/7 deel van een klas van 28 leerlingen heeft zwarte schoenen.
Hoeveel leerlingen hebben geen zwarte schoenen?

1. 16
2. 12
3. 49
4. 28

Stappenplan rekenen met procenten

1. Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
2. Zo ja, maak dan het schema.
3. Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
4. Vul het getal achteraan in. 
   - Krijg je een %, dan bovenin.
   - Krijg je een aantal, dan onderin.
5. Zet tussen de 2 ingevulde getallen een 1.
6. Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
7. Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
8. Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)

Dit gaan we toepassen op opg. 43.

Terugblik

1. Vraag jezelf af of de vraag
   over procenten gaat.
   
2. Zo ja, maak dan het schema.

Terugblik

1. Vraag jezelf af of de vraag
   over procenten gaat.
2. Zo ja, maak dan het schema.

Terugblik

Vul de titel en de linkerkant in.

Terugblik

Vul de titel en de linkerkant in.

De Kleurwaaier

Prijs in €

Terugblik

3. Vul het getal onder de 100 in.
    (ALLES)

De Kleurwaaier

Prijs in €

Terugblik

3. Vul het getal onder de 100 in.

    (ALLES)

De Kleurwaaier

Prijs in €

Let op! 

Hij koopt 2 potten verf. 

Terugblik

3. Vul het getal onder de 100 in.

    (ALLES)

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

Terugblik

3. Vul het getal onder de 100 in.

    (ALLES)

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

Terugblik

4. Vul het getal achteraan in.

    - Krijg je een %, bovenin.

    - Krijg je een aantal, onderin.

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

Terugblik

4. Vul het getal achteraan in.

    - Krijg je een %, bovenin.

    - Krijg je een aantal, onderin.

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

100 -15 = 85%

Terugblik

4. Vul het getal achteraan in.

    - Krijg je een %, bovenin.

    - Krijg je een aantal, onderin.

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

100 -15 = 85%

85

Terugblik

5. Zet tussen de 2 ingevulde
    getallen een 1.

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

100 -15 = 85%

85

Terugblik

5. Zet tussen de 2 ingevulde
    getallen een 1.

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

100 -15 = 85%

85

1

Terugblik

5. Zet tussen de 2 ingevulde
    getallen een 1.

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

100 -15 = 85%

85

1

X

Terugblik

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

100 -15 = 85%

85

1

X

6. Zet de verhoudingspijlen er
     bij en vul hier de
     berekeningen in.

Terugblik

6. Zet de verhoudingspijlen er
     bij en vul hier de
     berekeningen in.

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90

100 -15 = 85%

85

1

X

: 100

: 100

x 85

x 85

Terugblik

7. Reken het gevraagde getal 

    uit. (niet afronden)

De Kleurwaaier

Prijs in €

97,90

100 -15 = 85%

85

1

X

: 100

: 100

x 85

x 85

2 x 48, 95 = € 97,90

Terugblik

7. Reken het gevraagde getal 

    uit. (niet afronden)

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90 : 100 x 85 = 83, 215

97,90

100 -15 = 85%

85

1

X

: 100

: 100

x 85

x 85

83, 215

Terugblik

7. Reken het gevraagde getal 

    uit. (niet afronden)

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90 : 100 x 85 = 83, 215

Let op! Contant!

97,90

100 -15 = 85%

85

1

X

: 100

: 100

x 85

x 85

83, 215

Terugblik

7. Reken het gevraagde getal 

    uit. (niet afronden)

De Kleurwaaier

Prijs in €

2 x 48, 95 = € 97,90

97,90 : 100 x 85 = 83, 215

Dus hij betaalt €83, 20.

97,90

100 -15 = 85%

85

1

X

: 100

: 100

x 85

x 85

83, 215

1.3: Procenten gevraagd

De volgende termen moet je kennen:

• Absolute toename = 
  
  
• Relatieve toename = 

1.3: Procenten gevraagd

De volgende termen moet je kennen:

• Absolute toename = toename in aantallen.
  
  
• Relatieve toename = Procentuele toename = toename in procenten.

Schrijf dus in je aantekeningen.

1.3: Procenten gevraagd

De volgende termen moet je kennen:

• Absolute toename = toename in aantallen.
  
  
• Relatieve toename = Procentuele toename = toename in procenten.

Absolute en relatieve afname weet je hiermee ook.

Schrijf dus in je aantekeningen.

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

Trui

Prijs in €

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

Trui

Prijs in €

85

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

Trui

Prijs in €

85

20

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

Trui

Prijs in €

85

20

1

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

Trui

Prijs in €

85

20

1

X

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

Trui

Prijs in €

85

20

1

X

:85

:85

x 20

x 20

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?

Trui

Trui

Prijs in €

85

20

1

X

:85

:85

x 20

x 20

23,529...

1.3: Procenten gevraagd

Voorbeeld opgave:

Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.

• Wat is de absolute afname?
• 85 - 65 = 20.
  De absolute afname is dus € 20,-
• Wat is de relatieve afname?
• 100 : 85 x 20 = 23, 529...
  Dus de relatieve afname is
                                                ca. 23, 5 %

Trui

Trui

Prijs in €

85

20

1

X

:85

:85

x 20

x 20

23,529...

Besproken leerdoelen

Je weet wat relatieve en absolute

toe- en afname is.

Je kunt de relatieve toe- en afname

berekenen als je de absolute

toe- en afname weet.

H1: Procenten

VK Breuken en procenten

1. Breuken, procenten en
    decimale getallen

2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten

5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

H6: Verschillende verbanden

VK Machten en wortels

1. Periodieke verbanden

2. Kwadratische verbanden

3. De top van een parabool

4. Wortelverbanden

5. Machtsverbanden

 

Huiswerk

Maken van H1:

Paragraaf 1.3 volgens jouw leerroute

Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H1 tot nu toe.

Achter de les

Testopgaven: 

G -> blz. 30

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.