Het gym

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Het gym

Karim Amatmoekrim

Waarmee begint het boek?

1. Kamp van groep 8
2. Sandra en Tanya op het lege schoolplein.
3. Kennismaking op de nieuwe school.
4. Sandra schrijft in haar dagboek.

Welk kenmerk past bij Sandra's moeder?

1. Ze spreekt slecht Nederlands.
2. Ze is getrouwd.
3. Ze drinkt geen alcohol.

Wat is de uitspraak van de docent Nederlands?

1. 'Ik haat lezen.'
2. 'Ik haat pubers.'
3. 'Ik haat bloemkool.'

Wat krijgt Sandra van haar moeder voor haar dertiende verjaardag?

1. een horloge
2. een kettinkje
3. een fiets
4. een armbandje

Welke rol speelt Sandra in het toneelstuk?

1. Lakei
2. Faust
3. God
4. oermoeder

Voor wie schrijft Sandra een boodschap op de poster?

1. Bart
2. Dirk Jan
3. meneer Ter Aar
4. Renske

Wat doen Sandra en haar vriendinnen vaak in de zomervakantie?

1. Shoppen
2. Hangen in het speeltuintje
3. TikTok kijken
4. naar het strand

Hoe heet de flat?

1. Sterreflat
2. Stormflat
3. Spijkerflat
4. Zonneflat

Welke uitspraak over Sandra en haar vader klopt?

1. Hij is haar grote voorbeeld.
2. Ze doen veel leuke dingen samen.
3. Sandra heeft geen vader.
4. Vader heeft niet veel aandacht voor Sandra.