H 1.1 en 1.2 - Herhaling

H 1.1 en 1.2
1 / 20
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H 1.1 en 1.2

Slide 1 - Slide

Wat zijn weerelementen?
A
Regen, sneeuw, mist
B
Onweer, wind en regen
C
Temperatuur, zon en regen
D
Temperatuur, neerslag en wind

Slide 2 - Quiz

Wind
Luchtdruk
Neerslag
Temperatuur

Slide 3 - Drag question

Hoe komt het dat de lucht uit atmosfeer om de aarde blijft en niet in de ruimte verdwijnt?
A
De lucht verdwijnt altijd beetje bij beetje in de ruimte.
B
De lucht wordt door de zwaartekracht bij de aarde gehouden.
C
De lucht wordt door de mensen, dieren en planten bij de aarde gehouden.

Slide 4 - Quiz

Wat is wind?

Slide 5 - Open question

Condensatie betekent...
A
...dat het water bevriest.
B
... dat het water verdampt.
C
...dat de waterdamp verandert in druppels
D
...dat de druppels verdampen.

Slide 6 - Quiz

Wind waait altijd van H naar L
A
Waar
B
Op noordelijk halfrond
C
Niet waar
D
Op zuidelijk halfrond

Slide 7 - Quiz

Luchtdruk
Wind
Neerslag
Temperatuur
Graden Celsius
Hectopascal
Schaal van Beaufort
mm

Slide 8 - Drag question

Om condensatie mogelijk te maken moet de temperatuur van de lucht stijgen.
Waar of niet?
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen maar ´s nachts

Slide 9 - Quiz

Hoge breedte
Lage breedte
Gemaatigde breedte

Slide 10 - Drag question

+/- 45 graden
90 Graden
0 graden

Slide 11 - Drag question

Wat is waar?

A
Koude lucht stijgt
B
Warme lucht daalt.
C
Warme lucht stijgt

Slide 12 - Quiz

Lagedrukgebied
Hogedrukgebied

Slide 13 - Drag question

België en Nederland hebben verschillende klimaten.
A
Waar
B
Niet waar, België heeft bergen
C
Het ene jaar wel en het andere niet

Slide 14 - Quiz

Klimaten van nat naar droog: welke volgorde is juist?
A
Woestijn-steppe-savanne-tropisch regenwoud
B
Savanne-tropisch regenwoud-steppe-woestijn
C
Steppe-woestijn-savanne-tropisch regenwoud
D
Tropisch regenwoud-savanne-steppe-woestijn

Slide 15 - Quiz

Welke 2 klimaten komen alleen op hoge breedte voor?
A
Tropisch klimaat, toendraklimaat
B
Toendraklimaat, Poolklimaat
C
Tropisch klimaat, savanneklimaat
D
Landklimaat, steppteklimaat

Slide 16 - Quiz

Welk natuurkenmerk past bij Indonesië?
A
Naaldbomen
B
Sneeuw en ijs
C
Zand en rotsen
D
Tropisch regenwoud

Slide 17 - Quiz

Met taiga wordt bedoeld
A
loofbomen
B
palmbomen
C
naaldbomen
D
toendra

Slide 18 - Quiz

Hoge breedte
Gemaatigde breedte
Lage breedte

Slide 19 - Drag question

Op de noordelijk halfrond maakt de wind een afwijking naar rechts.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz